5.30
tt' op bergaffuit. Eene macht, volkomen voldoende voor dat doel. In
een dringend geval had men ook nog te Macassar de kompagnie schut
terij die voor de beste in Indië niet behoefde onder te doen.
Dit voorstel was geheel in den geest der marginale beschikking
van den 23c Maart 1859 na. 1, gesteld op mijn schrijven van den
3e, benevens no. 139 reeds vroeger medegedeeld en o. a. inhoudende
//Dat nu de verslagenheid onder de Bonieren zoo groot is en
mitsdien eene eindbeslissing gemakkelijk moet te erlangen zijn van
geen ongeautoriseerden terugkeer naar Java sprake moet wezenzoolang
geene staatkundige beslissing verkregen is, dan in den hoogsten nood."
Later was ik nog in de gelegenheid daarover breedvoerig en her
haaldelijk met Aroeng Palacka, die uit Boni kwam en bij de zaak
belang had, te spreken, en ook hij was mijn plan geheel toegedaan
en bood dadelijk aan mij c. q. naar Boni te vergezellen. Of dit mijn
voorstel bij de regeering is bekend geworden, weet ik niet.
Dat ik er stellig op rekende het te zien goedkeurenzal wel niet
nader behoeven te worden aangetoond, ook omdat ik meende mij te
mogen vleien, het zij in bescheidenheid gezegd, beter dan ieder
ander op de hoogte van het onderwerp te zijn.
Niet zonder eenige bevreemding kreeg ik den 8sten Juli evenwel
van den bevelvoerenden Generaal een schrijven van den 16den Juni
bevorens let1'. I. uit Probolingo, handelende over de vereischte mid
delen tot eenen tweeden veldtocht tegen Boni, ten einde het staat
kundig doel te bereikendat het Gouvernement met het verklaren
van den oorlog aan dat rijk beoogde.
Naar mijn oordeel, de lezer heeft dat reeds begrepen, was eene
tweede expeditie tot bereiking van het doel niet noodig, maar waren
de middelen daartoe door mij aan de hand gedaan, voldoende.
Ook na den gunstigen afloop dier tweede expeditie ben ik daar
omtrent niet tot andere gevoeleus kunnen komenen kan ik alleen toe
geven, dat het langs den door mij gewenschten weg misschien wat
langer zoude hebben geduurd; doch dat, ook zoodoende, de staat
kundige beslissing ontwijfelbaar zoude zijn verkregen, staat ook nu
nog onwrikbaar bij mij vast.
[Slot volgt.) Waleson.
Pudanyden 27sten Juli 1873.