552 Bij de gegoten-ijzeren projectilen wordt de kans van doorboring grooter, doch een zeer belangrijk deel der levendige kracht gaat nog te loor met het verbrijzelen en wegslingeren der stukken van den kogel. Bij gehard-ijzeren puutkogels is het gedeelte der levendige kracht, dat den weerstand van den schijf moet overwinnen, zeer groot; de misvorming van het projectiel verbruikt dan slechts een klein deel. De stalen projectilen eindelijk staan in dit opzicht boven die van alle andere metalenbijna de geheele kracht dient tot doorboring van de pantserplaat; de kogels springen niet in stukken en onder gaan slechts geringe wijziging in vorm. In Nederland schijnt men deze (om de duurte?) nog niet ingevoerd te hebben. De nokken der projectilen worden van zachte metalen (bij ons zink) vervaardigd, om de trekken van den vuurmond niet te bescha digen of te doen slijten. Die nokken worden bij het indringen van het projectiel in de pantserplaat weggesneden of afgestootenhet daartoe noodig krachtverbruik is natuurlijk weder ten nadeele van de doorboring der plaat. Het zou alzoo voordeel zijn, zoo men de nokken kon weglaten. Dit geschiedt thansdoor ze bij stalen projectilen te vervangen door looien mantels, die uitstekend schijnen te voldoen. Bij de zware achterlaadkanons met progressive trekken (Pruisisch systeem) heeft men de projectilen voorzien van looden omhulsels, die 1/5 gedeelte wegen van 't gewicht des kogels. Bij het treffen op een pantser wordt de looden mantel, zoowel in de sponningen waarmede hij aan het projectiel sluit als daarbuitensamengeperst en afge schoren. Om dezelfde reden, waarom looden projectilen tegen ijzeren schijven niet deugen, moet men er hier naar streven, den looden mantel zoo dun mogelijk te maken. Het krachtsverlies voor samen persing enz. is dan natuurlijk des te geringer. In de fabriek van Krupp te Essen worden thans stalen projectilen met gesoldeerde looden mantels vervaardigd, waarvan deze slechts 1/15 gedeelte van het gewicht van het projectiel wegnemen. Deze kogels schijnen zeer goed te voldoen. P.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 559