567 Door wien ik op 1 Maart den last aan de marine landings-divisie en de kompagnie van het 10de Bataillon heb doen overbrengen om het toen nog gespaarde van Boni in brand te stekenkan ik nu niet meer zeggen. Gewoonlijk geschiedde dat door een der officieren uit mijn gevolg. Hoe die last is ten uitvoer gelegdkan de lezer zien uit de noot 1, bladzijde 290 deel I. Die mij kennen, weten, dat zoo iets zeker niet met dat laissez-aller zoude zijn geschied, als ik er mijzelf mede had bemoeid of er eenig belang in had gesteld. Ik vervulde m. i. met dat bevel te geven eenen plichtniet meer en niet minder. Men moet wel een barbaar, een onmensch zijn, om zoo iets voor eigen genoegen te 'doen. Dat die last aan de marine landings-divisie gegeven is, geschiedde blootelijk, dewijl ze beschikbaar was, daar het grootste deel der overige troepen op verkenning was gezondeneen dienst waarvoor zich de marine landings-divisie, uit den aard harer samenstelling, m. i. minder eigende. Wie heeft nu den schrijver dat bericht mede gedeeld Als hij eens den berichtgever der verkenuing van Sindjaij (blad zijde 183 en 186 deel I) bekend stelde, zoude ik misschien daar wel meer van kunnen zeggen. Intusschen stel ik aan het leger de vraag: of de kapitein M. P. H. Perelaer daartoe niet zedelijk verplicht is, nu in een door hem uitgegeven werk mijn goede naam wordt aangerand, want tus- schen de regels staat het te lezen dat ik uit vrees voor de kogels der bezetting van Sindjaij mij heb onttrokken aan eene mij opge dragen dienstverrichting; en nu hij dat werk aan het Nederlandsch Indisch leger opdraagt, waartoe ik bijna 33 jaren behoorde en daarbij steeds al mijne krachten inspande om vlekkeloos te blijven? Was de wijze waarop aan de van hoogerhand bevolen tuchtiging uitvoe ring gegeven werd, niet goedgekeurd, dan had door die tijdig te verbieden daaraan paal en perk kunnen worden gesteld. Dit is nooit geschied. Dat Boni genomen en in de asch gelegd was, is onverwijld door den Gouvernements-commissaris aan den Gouv.-Generaal medegedeeld. Door den kommandant der expeditie geschiedde dat aan den leger- kommandant. Ook werd telkens en bij elke gelegenheid door over legging van een afschrift van het journaal, bij de expeditie aange houden en waarin allesdus ook het in asch leggen vau kampongs

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 574