574 Den 29stea Maart begaf ik mij met den Heer Schaapdie nooit in Boni geweest was en het wenschte te zien, daarheen met eenig geleide. Jterst toen, bij het rondrijden in Boni, kreeg ik kennis van het bestaan der vorstelijke begraafplaats aldaarwaarvan ook de Heer Schaap niets scheen te weten. Die begraafplaats had eene ligte dakbedekking en was aan twee of drie zijden omringd door woningen van gelijk materiaal. De dakbedekking was gedeeltelijk verbrand en ingestort. De monumenten waren van steen, naar den aard van het werk te oordeelen door chinezen vervaardigd, en geheel gaaf. Dat hier opzet heeft plaats gehad, kan zonder bewijs niet aange nomen worden. Ik voor mij ben vast overtuigd, dat ook bij de eerste expeditie niemand te vinden zoude geweest zijn, in staat om de schendige hand aan de rustplaats der dooden te slaan. Bij onbekendheid met het bestaan dier begraafplaats moet het ligte dak door den brand der overige gebouwen zijn aangestoken. Dat is de eenige verklaring die ik er van kan geven. Onderzoek na zoo veel tijdsverloop gaf natuurlijk geen resultaat. Zijn later ook de monumenten geschonden gevondenzoo als men uit het voorkomende op bladzijde 318 deel II zoude kunnen opma ken dan is dat na 29 Maart geschieddoch ik geloof het niet en heb daarvan ook nooit iets, hoe gering ook, gehoord. Die overigens beweert dat, buiten de van hoogerhand bevolen tuchtiging en bestraffingde oorlog in Boni door de le expeditie minder menschlievend zoude zijn gevoerd, dan zulks bij de beschaafdste volken plaats heeft, die zoude de waarheid te kort doen. Men stelle vrij alle Bonische krijgsgevangenen, ook die met de wapens in de hand gegrepen werden, tegenover de Prausche gevan genen in den laatsten oorlog; tegenover de Britsch-Indische op standelingen; tegenover de Medoc-Indianen in Noord-Amerika; om niet van de Pransche krijgsgevangenen op de Engelsche pontons, en de Spaansche in de kazematten van Bergen op Zoom te spreken, want dat is al zoo lang geleden, en men zal zien welke van hen met de meeste menschlievendheid behandeld zijn geworden. De le Bonische expeditie kan daarbij slechts winnen. Na het nemen van Boni en het bezetten van Pasimpa en Pam- panoea, vestigden zich de commissarissen met het grooter deel der troepen in de kampong Palacka.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 581