575 Van toen af waren het alleen vreedzame pogingen om eene staat kundige beslissing te verkrijgen en was van gewapend verzet nergens geen sprake meer. Van hoeveel nut daarbij de in de Zuid-Celebesche zaken zoo doorkneede, voortvarende en ijverige ambtenaar Bakkers was, die reeds vroeger om die eigenschappen als een der groote vraagbaken der Gouverneurs van dat gewest genoemd werd, leest men op schier iedere bladzijde van deel II. Van transportmiddelen en dus van vivres was men voldoende voor zien. Aan gemeenschap met de bevolking was geen gebrekevenmin als aan gidsen en boden tot allerlei doeleinden, want men had Aroe Palackavan de le expeditieen buitendien zijne famielje en groo- ten aanhang. In weerwil van al die middelen en voordeelen gelukte het eerst den 30st(m Januari 1860 om de staatkundige beslissing met Boni te verkrijgen, dus ruim twee maanden nadat de eerste troepen der 2e expeditie te Badjoa in het geslagengetuchtigd en als uitgehon gerde land gedébarqueerd waren. En het verkrijgen dier beslissingin dien tijdhoe groot ook het beleid in de aanvoering en bij de politieke leiding ware geweest, zoude zeker nog eene onmogelijkheid gebleken zijn, wanneer niet de eerste expeditie de 2e ware vooraf gegaanen voor haar moedig, zoo al niet altijd beleidvol gestreden en boven alle beschrijving geleden had. Boni werd daarbij leenroerig. Of die regeling op den duur zal blijken een gelukkige staatsgreep te zijn geweestzal de tijd ons leeren. Ik geloof het niet, maar wel, dat de lasten er van op den duur blijken zullen grooter te zijn dan de baten. Dat men bij de 2e Expeditie, in weerwil van alle voordeelen die reeds behaald waren, en bij alles wat die op de le voor hada priori ook nog niet zoo zeker was eene staatkundige beslissing te zullen verkrijgen, leest men op bladzijde 86 deel II, waar dat geval in overweging geno men wordt. Welke afbreuk men Boni nog zoude hebben berokkend, als men gedwongen geweest was om zonder die beslissing te hebben verkregen het vijandelijke rijk te verlaten, is daarbij niet gezegd. Den 12den Eebruari des vorigen jaars debarqueerde de eerste ex peditie, onder vijandelijk vuur te Badjoa, en verliet na de Bonieren glansrijk verslagen, de hoofdstad genomen, het land getuchtigd en Badjoa gesticht te hebben, overeenkomstig de in dien geest uitge vaardigde bevelen, den Bonischen bodem, na een verblijf van nog geen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 582