579
eisch op een afstand bewegen. Later kwamen er nog wel een honderd
tal koelies van Bonthain bij (bladzijde 182 deel I)doch dat
was nog ver van voldoende; dat blijkt ook ten overvloede uit het
getal koelies der 2e expeditie, die aan geregelde troepen wat minder
sterk dan de eerste zal geweest zijn en die veel meer koelies, of
andere nog de voorkeur verdienende vervoermiddelen had. Was
de eerste expeditie van voldoende koelies voorzien, dan had de
tweede er te veel of omgekeerdals de tweede er slechts genoeg had,
dan had er de eerste veel te weinig, zoo als ook blijkt uit de uiteen
zetting van het benoodigde aantal, op bladzijde 66 van deel I, dooi
den schrijver. De tweede expeditie had er 1100 van veel beter gehalte,
die goed betaald werden30 karren met trekossen - aan 600 koelies en
50 picol-paardeu - aan minstens 200 koelies, dus in alles 1.900, terwijl
hulptroepen in den regel hunne eigene voeding dragen. Zie bladzijde
88 en 323 deel II. Of de 300 koelies, vermeld op bladzijde 88
deel II, daar nog bovendien bijkomen of er onder begrepen zijn,
zegt de schrijver niet.
Wanneer, zoo als de schrijver op bladzijde 323 deel II zegt,
bij veldtochten van de beschikbare koelies al spoedig 1/3 wegens
ziekte zal ontbreken, en dat zal niet ver van de waarheid zijn, dan
wordt daardoor de verhouding voor de le Expeditie nog veel ongun
stiger.
Als bewijs voor onze meening konstateeren wij
Dat de le Expeditie geheel onbekend was met Boni, zonder
schets van het terrein waarop oorlog gevoerd moest worden, zonder
gids, zoodat men eene verkenning moest maken om het naar de
hoofdplaats leidende pad op te zoeken.
Dat daarbij eene groote overschatting èn van het getal èn van
de waarde der vijandelijke strijdkrachten in het algemeen had ge-
heerscht, zonder te weten hoe men daaraan gekomen was.
Dat ze door de strenge bevelen van koningin en hadat in de
striktste afzondering gehouden was en niet in gemeenschap met de
bevolking kwam of komen kon.
Dat aan die expeditie was opgedragenop eene wijze die m. i.
geene uitlegging toeliet, de tuchtiging van Boni en het daarstellen
eener vestiging, waarbij op de hulp der bevolking gerekend was.
Dat zij zonder slagtvee en zonder de noodige materialen en ge
reedschappen voor die vestiging den voet op Bouischen grond zette.
Dat de tweede expeditie tijdig verzonden ook tijdig op het tooneel
des oorlogs kwam.