DUITSCHE OFFICIËELE GESCHIEDENIS VAN DEN JONGSTEN OORLOG. Vervolg eti slot van bladzijde 498.) Von Boguslawski behoorde tot degenen, die verbrokkeling van de cavalerie verlangden, toevoeging van kleine detachementen cavalerie aan de infanterie-korpsenformatie van onafhankelijke brigades olschoon hij tevens de vereeniging, op een gegeven oogenblik, van vele dezer kleine afdeelingen voor eene bijzondere operatie goedkeurde. Men koos een middenweg door geen enkel cavalerie-korps te formee- ren, door slechts divisiën ruiterij van gemiddelde sterkte op te richten, maar ze te bestemmen om met alle mooglijke onafhankelijkheid te opereeren. Deze instelling heeft de proef doorgestaanvooral dewijl de gebeurtenissen bewezen hebben, dat men de ware manier om de cavalerie te gebruiken had gevonden en het gewicht van de rol, die zij nog in staat was te spelenop zijne volle waarde had geschat. In 1866 waren de Pruisische en de Oostenrijksche cavalerie gelijk in getalsterkte en in gehalte, en, gelet op den duur van den veld tocht en op het aantal gevechtenzijn zij veel meer op het slagveld verschenen dan in .1870. De charges van ruiterij tegen ruiterij heb ben toen dikwijls plaats gehad, terwijl men in J870 weinig groote ontmoetingen van cavalerie telt. Dit bewijst, of dat de Fransche ruiterij hare minderheid gevoelde, of dat zij niet genoeg geoefend was in het manoeuvreeren om op het juiste oogenblik te ageeren. In 1866 zien wij de Pruisische cavalerie er in slagen, in afzon-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 591