591
het voornaamste veld voor hare werkzaamheid, en zij heeft daar alles
gegeven wat men van haar kon verwachten. Maar men heeft de
verwezenlijking van het ideaal niet kunnen bereikendat is van
groote tochten, uitsluitend door ruiterij volvoerd om de flanken van
het vijandelijke leger om te trekken en een beslissenden invloed uit
te oefenen op den loop der groote operatiën van den oorlog.
De cavalerie zoude, om deze roeping te vervullen, in het gevecht
eene veel grootere werking moeten hebben dan zij er inderdaad uit
oefent. Een enkel detachement infanterie kan, in een doorsneden
terrein, den marsch van eene massa cavalerie tegenhouden.
Ook daar bepaalde de rol van de Duitschp ruiterij-divisiën er zich
toe een zeer uitgebreiden voorposten-dienst te verrichtende veilig
heid van de korpsen, die zij voorafgingen (het waren, om zoo te
zeggen, sterke voorhoeden, zeer ver vooruitgezonden) te verzekeren,
en door kleine tochten groote uitgestrektheden terrein te beheerschen,
eindelijkde flanken van den vijand te bedreigen.
Tn hare expedities langs de Loire, in Bretagne enz., in de vele
schermutselingen die er uit voortvloeiden werd de Duitsche cavalerie
dikwijls ontvangen en tegengehouden door chassepot-schoten van
Fransche ruiters, die uit den zadel waren gestegen. In een door
sneden land konden de uhlanen niets doende dragonders en de
huzaren trokken terugstapten van het paard af en vochten dikwijls
met goeden uitslag in de dorpenzelfs tegen Fransche infanterie.
De Duitsche uhlanen-escadrons verzochten dan ook dringend met
chassepots te worden gewapend; volgens de meening van hunne
officieren was de naald-karabijn der huzaren en dragonders ongenoeg
zaam. Al de belanghebbenden verlangen voor de cavalerie wapenen
met verre dracht.
Men heeft dikwijls het denkbeeld geuit aan den ruiter de middelen
te geven om te voet te vechten. Zoo had keizer Nikolaas een korps
dragonders, dat voor zulk een rol bestemd was.
Het komt er hier op aan de cavalerie in staat te stellen door haar
vuur een niet zeer sterken tegenstand te overwinnen. Is zij zwakker
dan eene vijandelijke cavalerie, gewapend met karabijnen, die ver
dragen, zoo zij zelve er geene heeft? Wij gelooven zulks. Men
maakte vroeger de tegenwerping, dat de geest der ruiterij het gebruik
van het blanke wapen vorderde en verzwakken zoude door de invoe
ring van de vuurwapenen. Die oude beginselen hebben altijd iets
waars, maar niets is verkeerder dan hun eeuwig gelijke waarde te
doen behouden. Dit beginsel was juist, toen men slechts pistolen