moedigdhierdoor kan in de koloniën langzamerhand een gegoede, nuttige middenstand te voorschijn komen, bij welken de Eegeeriug) in tijden van nood, bepaald steun zal vinden daartoe is het noodig dat na in de leer te zijn geweest en zich als ambachtsman wenschende te vestigen, den jongeling een ruim renteloos voorschot worde ge geven om zijn voornemen ten uitvoer te kunnen brengen wil hij land bouwer worden dan kan hem daarenboven een onbebouwd stuk grond onder billijke voorwaarden worden afgestaan. Alvorens echter door het gouvernement op deze wijze geholpen te wordenzullen belang hebbenden verplicht zijn gedurende een jaar in de gelederen te dienen bij een der korpsen infanteriedat in de nabijheid van de plaats hunner inwoning in garnizoen ligt, terwijl het gouvernement later steeds het recht behoudt hen in tijden van gevaar onder de wapens te roepen, om plaatselijk voor de veiligheid op te treden. Goed gedrag, bedrevenheid in den wapenhandel en de exercitiën zal eene aanbe veling zijn, terwijl het betoon van onwil, luiheid, onbehoorlijke handelingen na hunue vestiging, aanleiding kunnen geven dat de regeering de handen van hen aftrekt; daarom is het noodig, dat de jongelieden gedurende de eerste jaren onder een vaderlijk, bescher mend toezicht blijven van de ambtenaren van het binnenlandsch bestuur; zacht en toegevend dient ten hunnen opzichte gehandeld te worden zoolang' strengheid niet noodzakelijk is. Dat in de toekomst van de iulandsche kinderen moet worden voorzien zal wel geen betoog behoeventhans reeds is het aantal onverzorg- den groot te noemen, met elk jaar vermeerdert dat en brengt hou derden leegloopers in de Indische maatschappijdie uit gebrek aan nuttige bezigheid en een matig loon eer tot het kwade dan tot het goede zullen overhellenzoodat het na verloop van eenige jaren te verwachten is, dat zonder geschikte maatregelen het gouvernement veel last van ronddolende nietsdoeners hebben zal, terwijl onzede lijkheid en ontucht op schrikbarende wijze moeten toenemen. III. Plaatselijke staf. Dikwijls wordt aan kapiteins en hoofd-officierenop wier gedrag en diensten niets aan te merken valtde hoogere rang ontzegd omdat zij hiertoe den vereischten tact of de bekwaamheden missen gewoonlijk is dan eene aanvraag van pensioen daarvan het gevolg, zoodat het gouvernement krachtvolle mannen uit de gelederen ziet verdwijnen, die, in bijzondere betrekkingen geplaatst, nog jaren lang 600

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 607