612
De staf-officiervan wien wij hier boven spraken, de heer Y. D.
aarzelt niet den slag van Rezonville te beschouwen als eene werke
lijke overwinning voor het Fransche leger.
Deze slag had volgens hem tot resultaat gehad den weg van Metz
naar Yerdun vrij te maken, en het hing slechts van den opperbe
velhebber af dit voordeel te vervolgen door voorwaarts te marcheeren,
in stede van den geheelen dag van den 17en op de plaats te blijven
staan, om vervolgens terug te trekken op de hoogten van Saint-Privat.
Wij kunnen niet in deze meening deelendie ons toeschijnt meer
te zijn ingegeven door het vaderlandslievend gevoel dan door een
overdacht inzicht van den toestand.
Den 16eu Augustus had de voorhoede van het Duitsche leger het
Fransche leger in zijne aftrekkende beweging opgehoudenen zij had
niet geaarzeld den aanval onstuimig te volvoeren, ofschoon zij toen
veel geringer in strijdkrachten was. Langzamerhand, naar mate het
gevecht gerekt werdtraden nieuwe troepen in linie. Het derde korps
(Alvensleben de Tweede), aanvankelijk alleen in het vuurwerd ach
tereenvolgens versterkt door troepen behoorende tot de tiendenegende
en achtste legerkorpsen. De strijd was verwoed en een der bloedigste
van den geheelen veldtochthet terrein werd voet voor voet betwist
en des avondstoen de duisternis aan de worsteling een einde maakte,
deelden de twee legers het slagveld onder elkander. Er was geen
beslissend taktisch voordeel geweest, maar de Duitschers hadden hun
doel bereikt den terugtocht van het Rijuleger nog een dag te ver
tragen. De rechtstreeksche gemeenschap van Metz met Yerdun door
Mars-la-Tour was afgesneden, of ten minste sterk bedreigd door den
vijand, en er bleef den maarschalk Bazaine, om zich uit Metz te ver
wijderen geen ander middel over dan zich door te slaan of af te trekken
langs den weg over Briej. Zich door te slaan was gewaagd tegenover een
leger, waarvan elk uur de meerdere getalsterkte deed toenemen. Den weg
van Briey te volgen, met gevaar van op dezen marsch te worden aangeval
len in eene ongunstige stelling, was een niet veel verleidelijker vooruit
zicht, en men begrijpt dat de maarschalk Bazaine geweifeld heeft.
Het is niet onmooglijk, dit stemmen wij toe, dat een snel en
krachtig besluit, een onstuimige aanval, in den morgen van den 17
tegen de Pruisische troepen gericht, de terugtochtsliju, althans voor
een oogenblik, zou hebben vrij gemaakt. Men kan in allen gevalle
niet op stelligen toon verklaren, dat deze poging noodwendig mislukt
zou zijn (i). Maar men kan ook niet, gelijk de heer V. D. doet,
(l) Welnu, juist daarom moest men deze eenirje kans van redding wagen. G.