618 elfde korps, dat reeds met den vijand slaags was. Het kwam dus tusschen tien en elf uur in den voormiddag in linie, wat overigens genoeg is om den generaal de Wimpffen gelijk te geven, als hij be weert, dat in den morgen van den eersten September de weg naar Mezières afgesneden was en dat een terugtocht in die richting, zoo al niet onmooglijk, ten minste in de uitvoering allergevaarlijkst was. Wat bij dezen pennestrijd waarin krijgskundige vraagstukken op zoo betreurenswaardige wijze worden vermengd met persoonlijke vraag stukken, m het licht treedt, is, dat op den dag, waarop de zon van 1 September liet Eransche leger voor Sedan, bedreigd en reeds door twee honderd duizend vijanden omsingeld, verraste, de partij vooraf verloren was; er was geen terugtocht meer mooglijk, noch oost-noch westwaarts. Alleen bood de weg naar België nog eene kans van be houd aan, gelijk die, welke vijf maanden later de wegen over den Jura het leger van Bourbaki moesten aanbieden. En nog! weldra moest ook deze uitweg, gelijk de andere, afgesloten worden door de omtrekkende beweging van de Duitschers. Zoo de uitvoering van ge neraal Ducrot's plan voortgang gehad hadzou de voornaamste inspan ning van den slag eenige mijlen meer westwaarts hebben plaats gehad, op de hoogten van Illy, in plaats van de hoogten van Givonne. Maar de uitslag der worsteling zou niet anders hebben kunnen zijn daar de oorzaken die de ramp van het Eransche leger ten gevolge hebben gehad, niet toevallig waren, maar integendeel het natuurlijke en onvermijdelijke gevolg van een lichtzinnig ontworpen oorlogsplan. Aan het oogenblik, waarop dit dapper en ongelukkig leger zijne teruggaande beweging niet aan de vervolging had kunnen onttrekkenen waarop het in aanraking was met twee (of meer Duitsche legers, die het opzochten, terwijl het voor zijne manoeuvres slechts eene smalle strook lands had, tusschen de Maas en de Belgische grens, was het duidelijk, dat het ged wongen zou worden den slag aan te nemen onder ongunstige om standigheden. Hoe dapper het ook was, het kon niet missenof het moest onder de overmacht bezwijken. Op welke manier men de zaken beschouwe, het schijnt moeilijk niet tot deze gevolgtrekking te geraken. 1 en mag dus den vrij nutteloozen twist betreuren, die hierover gerezen is tusschen twee wapenbroeders, verdienstelijke en moedige officieren, die, gelijk het ons toeschijnt, vereenigd'hadden moeten blijven door de gemeenschap van het ongeluk. Overigens moeten deze officiëele (F! het schijnt dusdat twee offi- cieele waarheden in den boezem van dezelfde partij uitgesproken, met elkander m strijd kunnen zijn!) verhalen, geschreven "door mannen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 625