59
tijd ten opzichte van de huwelijken ingevoerd, kunnen wij ons niet
vleien, thans reeds het hoogste punt te hebben bereikt. Er zullen
dus nu, 0111 ons tot hetzelfde gemiddeld cijfer als straks te bepalen,
over twintig jaar ongeveer drie maal zooveel weduwen- en weezen -
pensioenen uit te keeren zijn dan thans, en het natuurlijk gevolg
daarvan zal zijn, dat onze nakomelingen, om aan hun gezin na hun
dood dezelfde inkomsten te verzekeren, driemaal zooveel zullen
moeten contribueeren dan wij thans doenterwijl tegen dien tijd,
bij de steeds toenemende duurte van levensmiddelen enz.bovendien
meer en meer noodzakelijkheid zal blijken te bestaan om de weduwen-
pensioenen te verhoogen. Onze voorgangers betaalden dus te veel
zij gaven 6 pCt. van hunne inkomsten voor het onderhoud van een
'betrekkelijk gering aantal weduwen; wij betalen te weinig, omdat
wij kunnen teren op hetgeen van vroeger is overgeschotenonze
nakomelingen bij het Indisch leger zullen weer te veel betalen, om
dat zij voor onze toenemende trouwlustigheid moeten boeten en dien
tengevolge liet aantal weduwen en weezen voortdurend zal aangroeien.
Hieruit blijkt o. i. voldoende, dat de tegenwoordige regeling der
contribution stellig verkeerd en op den duur onhoudbaar is.
Het eenige, wat de gehuwden thans meer betalen dan de onge
huwde officieren, is het boven sub 3 vermelde bedrag van het we
duwen-pensioen over één jaar, met percentsgewijze verhooging voor
liet verschil in ouderdom. Ofschoon moeielijk is aan te geven waarom
men tot dat bedrag der storting is gekomen en hoe de percentsgewijze
verhooging is bepaalddaar nu een verschil van 1 tot 9 jaar in
ouderdom van man en vrouw geen verschil in de storting maakt,
maar daarentegen bij een verschil van 11 jaar mindere leeftijd van
de vrouw slechts 1 pCt.bij een verschil van 19 jaar 81 pCt. meer
moet worden gestort, verdient deze storting ouder de tegenwoordige
omstandigheden voorzeker in beginsel te worden goedgekeurdomdat
nu de gehuwden althans iets meer aan het fonds betalen dan hunne
ongehuwde kameraden. Het op nieuw storten bij een tweede huwe
lijk is echter o. i. minder te verdedigen.
De omstandigheden, waaronder het pensioen verloren gaat, zijn,
vooral nu het een particulier fonds geldt, o. i. met de billijkheid
in strijd. Immers, door de contributie des mans heeft de vrouw
recht gekregen op //bedeeling" (een leelijk woord!); nu kan b. v.
de man zijn pensioen verliezen omdat hij stukken uit de archieven