95 5° Het nuttig gebruik der schrootkanounen is vóór deu oorlog niet voldoende bij het Eransche leger bestudeerd; van daar eene dikwijls verkeerde aanwending daarvan in den oorlog tegen Duitschland 6°. De mitrailleuse van klein kaliber is te verkiezen boven de zwaardere kalibers; boven deze laatste verdient veldgeschut de voor keur. Bij de debattenwelke op de voordracht van den heer Eletcher volgdenverklaarde men zich nagenoeg eenparig voor de invoering van schrootkanons bij het engelsche leger, en wel bij de artil lerie. Een der leden achtte het noodigdat mitrailleuse-batterijen van 3 of 4 stukhen gevormd werden en dat voor de mitrailleuse speciaal een klein affuit met smal spoor werd geconstrueerd, om ze bij straatgevechten in een woonhuis te kunnen plaatsen en daaruit, door geïmproviseerde schietgaten, te vuren. Onderwijs der troepen lij de artillerie. In het Archiv für die Artillerie- und Ingenieur-offiziere wordt met zeer veel lof gesproken over eene nieuwe uitgaaf van een handboek bij de theoriën der veld artillerie getiteld, //Der Eeld-Kauonier", welke te Berlijn in den Vossische boekhandel verschenen is. Wellicht is het niet overbodig, daarop de aandacht onzer artillerie-officieren te vestigen. A. De Generale Slaf. In eene nota van den heer de 11 oo van Alderwerelt over de begrooting van het Departement van Oorlog in Nederland van 1868 wordt o. a. gezegd: //Eene goede generale staf is voor een leger eene volstrekte noodzakelijkheid: de staf is, onder den opperbevelhebber, het hoofd, dat bestuurt. Zal een leger de taak, waarvoor het bestemd is, naar behooren volbrengen, dan moet de generale staf bestaan uit de élite van het officierskorps." Wat heeft de kapitein de Roo van Alderwerelthet deskundig kamerlid bij uitnemendheid, tot dus verre verricht om de bedoelde //volstrekte noodzakelijkheid" ook voor het Indische leger te verkrijgen, waar een staf, wegens onze nog betrekkelijk zoo geringe kennis van land en volk in zeer uitgestrekte gewestenmeer onmisbaar is dan ergens anders X.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 102