LENIGE OPMERKINGEN OMTRENT HET GEBRUIK YAN GESCHUT
IN DEN VESTINGOORLOG.
Aan het Oesterreichische militarische Zeitschrift van Januari 1S73
ontleenen wij eenige, op de in den Fransch-Duitschen oorlog opge
dane ondervinding gegronde opmerkingen over het gebruik van artillerie
in den vestingoorlog, speciaal ten doel hebbende, te doen uitkomen,
dat het mortiervuur, hetwelk tegenover de krachtige, juiste en veel
zijdige werking van het getrokken geschut allicht in minachting zou
kunnen gerakenbij nadere beschouwing voor den aanval en de ver
dediging aan versterkingen zijne hooge waarde behouden heeft.
Wel is waar kan men door de krachtige werking van het getrok
ken geschut tegenwoordig in veel korteren tijd dan vroeger met
gladde vuurmonden, het doode materiaal der vestingen onbruikbaar
maken waarbij vooral het demonteeren en bresschieten op den voor
grond treedt maar tegen de levende strijdkrachten levert de meer
dere voortreffelijkheid van het eerstgenoemde minder voordeelen op,
omdat men zich ook thans nog door borstweringen, traversen en
blindeeringen grootendeels tegen het geschutvuur dekken kan.
Maar zelfs wanneer het geschutvuur zoo hevig is, dat zich
geen hoofd ongestraft boven den wal kan vertoonen, kan de verde
diger door het verticaal vuur uit mortieren den strijd nog krachtig
voortzetten.
Zoo kon men o. a. in 1870 bij de verdediging van Soissons (12 tot
15 Oct.), nadat de meeste vuurmonden reeds tot zwijgen waren gebracht
en bresgeschoten was, het worpvuur van achter de wallen nog met
groote hardnekkigheid volhouden. Hetzelfde was bij Schlettstadt het