BIJDRAGE TOT DE GESCHIEDENIS DER lc BONISCHE EXPEDITIE in 1859. Vervolg van bladzijde 332.) Geen antwoord op het ultimatum van het hof van Boni ontvangen zijnde, wordt den 11 den Pebruari den oorlog verklaard, en worden, van af den 15den daaraanvolgende, tevens de kusten van het Boni- sche rijk in staat van werkelijke blokkade gesteld. De debarkementsorder werdt door den kommandant der expeditie ontworpen, daarbij geassisteerd door mij en den kapitein Bijl de Yroe. Tot grondslag werden de debarkements orders van de Balische expeditie']) genomen, die gebleken waren proefhoudend te zijn. Toen daarbij de vraag zich voordeed, wie met het direct bevel over den aanval op Badjoa zoude moeten worden belast, bood ik mij daartoe aan, wat goedgevonden en dien overeenkomstig bepaald werd. De indeeling in kolonnes op bladzijde 212 en volgende komt, voor zoo ver hare nummers betrof, niet overeen met het deswege aan- geteekende in het journaal der expeditie, waar de beide kolonnes, ieder bestaande uit 3 kompagniën van het 10e bataillon, de 2e en 3e kolonne genoemd worden, waaruit zoude moeten worden opge maakt, dat de marine-landingsdivisie No. 1 had, hetgeen niet over eenkomt met het slot van punt 31 der order bij debarkement enz. Ook hield ik mij niet bij de 3C kolonne op bij den aanval, zoo als de schrijver op bladzijde 216 zegt, maar bij de middelste, in het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 395