INDEMNITEIT VOOR KLEINE UITRUSTING. Terwijl bij alg. order no. 150 van 1870 was bejpaalddat aan de militairen voor elk klein equiperrientstukhetwelk hun op den ver nieuwingstermijn toekomt maar waaraan zij geene behoefte hebben de waarde daarvan zoude worden uitgekeerd zooals die bij tarief is vastgesteld, werd bij alg. order no. 141 van 1872, met wijziging van die bepaling, medegedeeld, dat voortaan slechts de helft dier waarde zoude worden betaald. Wij gelooven ons niet te bedriegen, wanneer wij zeggen, dat deze laatste order in het leger eene vrij algemeene afkeuring heeft ondervonden. Onbillijk was die order wel niet, want de man bleef, evenals vroeger, het recht behouden om het hem competeerend klein équi pement in natura te ontvangen, maar men achtte het toch uiet royaal, wanneer het gouvernement voor een kleedingstuk, dat b. v. zes gulden kostte, slechts drie gulden in rekening bracht. '/Men wil er weer wat aan verdienen," meenden velen. We kunnen niet aannemen, dat zulks de bedoeling is geweest. Had die bedoeling voorgezetendan zou men haar al dadelijkbij de eerste regeling, in toepassing hebben gebracht. Zeker is het intus- schen, dat de thans getroffen maatregel een ouaangenamen indruk heeft gemaakten dat het in het belang van den goeden geest in het leger zijn nut kan hebbenhem nader in beschouwing te nemen. Bij onze informatiën naar de oorzaken van dien maatregel bleek ons, dat hij in hoofdzaak gemotiveerd werd doordien: a. ten gevolge der regeling van 1870 groote sommen gelds onder de mindere militairen werden gebracht, welke grooteudêels in kantines

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 457