91 tweede en de vierde, op de hoogte ten noordwesten van Morsbronn, maar de eerste en de derde bevonden zich nog in de straten van dat dorp. Links waren de tweede bataljons der genoemde regimenten No. 32 en 91 reeds uit de plaats getrokken, dat van het 32e in twee halve bataljons, die naast elkander marcheerden, dat van het 9!u in compagnies-kolonnede derde compagnie pionniers was eveneens op het terrein aangekomen. De bataljons fusiliers der genoemde re gimenten waren nog ten zuiden van Morsbronnde compagnieën van het regiment No. 80, die van de Bruehmühle kwamen, naderden den noordelijken ingang van het dorp. '/Toen de detachementen der eerste Erausche linie op de hoogten verschenen, ontvingen zij uit de met bosch begroeide lapjes land ten zuidoosten van Eberbach een zoo hevig infanterie-vuur, dat hun marsch er voor een oogenblik door werd tegengehouden. On middel! ijk daarna wierp de Duitsche cavalerie zich op hen. //De infanterie zou een steun achterwaarts hebben kunnen vinden in de wijnbergen en de nabij gelegen hopvelden, ook voorwaarts bo den eenige rijen boomen haar eene rechtstreeksche beschutting aan. Niettemin wachtte men dezen stouten aanval op de plaats af, en zon der carrés noch zelfs tirailleurgroepen te formeeren, maar de forma ties aannemende, die de ruimste werking aan de vuurwapenen verze kerden. De eerste schok werd door het achtste regiment kurassiers gegeven tegen de infanterie, die reeds buiten het dorp gekomen was. De kurassiers vielen hier onder het gelijktijdig vuur der twee com pagnieën en der twee halve bataljons van het regiment No. 82deze laatsten hadden zich gedeployeerd, eene halve zwenking rechts makende. //Binnen weinige oogenblikken leed het regiment kurassiers ontzet- tende verliezen. Als een orkaan rechts en links van de infanterie voorbij vliegende, gedeeltelijk de tirailleur-linie der tweede compagnie doorbrekende, wilde al wat overbleef ruimte winnen dwars door het dorp of door omtrekking aan zijne noordelijke zijde, maar hier stoot ten zij op de twee in de straten gebleven compagnieën en ten slotte oostwaarts op de tirailleurs van het tachtigste regiment. De Eransche colonel met zeventien officieren en tal van ruiters vielen iu handen der laatstenbovendien nam men honderddertig niet gekwetste paar den. Alleen een kleine kern dezer brave cavaleristen slaagde er in, zich inet den sabel in de vuist een doortocht te banen en in zuid oostelijke richting te ontsnappen. //Het 9e kurassiers onderging geen beter lot. Het zag zich op driehonderd passen afstands begroet door het goed gerichte vuur van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 101