95
de compagnie pionniers, die zich in langwerpige massa links van de
infanterie gevormd had. Een hoek dezer massa werd door den on
stuimige:» aanval der ruiterij verbroken, die daarna stuitte, gelijk
hare voorgangers, op het tachtigste regiment infanterie, zoowel bij
het doortrekken als bij het omtrekken van het dorp.
De detachementen lansiers, die in de laatste linie aanvielen, ont
moetten den linkervleugel der Pruisische infanterie. De achtste com
pagnie van het twee-en-dertigste regiment maakte eene halve zwen
king links en zond, gedeployeerd in linie van bataille, den ruiters,
die met blinde vaart voor haar heen renden, een salvo, gevolgd van
eei» krachtdadig snelvuur. Wat niet geraakt werd, kwam buiten
Morsbronn en volgde de kurassiers in de richting van Dürrenbach en
Walburg.
//De verstrooide overblijfschen dezer cavalerie-massa's zochten toen
langs groote omwegen hunne infanterie te bereiken. Maar dit had
bloedige ontmoetingen met het regiment huzaren No. 13 en infan
terie, van de Sauer komende, ten gevolge.
«Het genoemde regiment huzaren, dat tot taak had de linkerflank
der bij Morsbronn vereenigde troepen te dekken, had met het oog
op de terreinsgesteldheid zijne drie escadrons in pelotons-kolonne
verzameld, met het voornemen zijn inarsch voort te zetten. Eensklaps
naderen de overblijfselen der Eransche brigade ruiterij het in den
rug. Zij bevonden zich op drie honderd passen van de huzaren, toen
deze eene zwenking maakten. Na een kort gevecht werd de reeds
geschokte Eransche cavalerie teruggedrongen en een eind wegs ver
volgd; na een nieuwen aanval door het eerste escadron huzaren, dat
zich spoedig hereenigd had, en nadat het vierde escadron de poging
van een Eransche kern verijdeld had, die door Laubach wilde af
trekken, begonnen de verspreide overblijfselen der Eransche brigade
weder de vlucht aan te nemen in de richting van het oosten, naar Wal
burg. Alzoo voortdolende, vielen zij dikwijls onder het vuur der
te Morsbronn en verder achterwaarts geposteerde Pruisische bataljons,
die nog veel manschappen en paarden opvingen.
«Men kan zeggen, dat de brigade Michel en het zesde regiment
lansiers vernietigd waren; al zeer weinig ruiters zuilen ongedeerd
het Eransche leger bereikt hebben. Het Pruisische regiment huzaren
had één doode, drie en twintig gekwetsten en vijf en dertig paarden
verloren; de verliezen der infanterie waren geheel onbeteekenend."
Zoo luidt het verhaal van den Pruisischen generalen staf. Het
zou onjuist zijn te zeggen, dat de aanval door de brigade Michel