96 nutteloos geweest is, daar de cavaleristen, door zich op te otteren, de infanterie van den rechtervleugel in staat hebben gesteld, zonder moeilijkheden terug te trekken op Eberbach en het nabij gelegene ge deelte van het Niederwald. Maar men ondervindt een smartelijken in druk als men bedenkt, dat dezelfde uitkomst had kunnen behaald worden met slechts één regiment, gelijk de generaal Lartigue wilde, en dat een misverstand of eene onverklaarde onbesuisdheid tot de vernieti ging van meer dan eene brigade hebben geleid. In allen gevalP, zoo het slechts te doen was om tijd te winnen, ware het beter ge weest de brigade in twee gedeelten, met eene tusscheuruimte, te doen chargeeren dan haar geheel en in eens vooruit te werpen. Een weinig later chargeerde de cavalerie-divisie Bonnemains, in het centrum geplaatst, tegen de Pruisische troepen van het elfde en van het vijfde korps onder bijna gelijke omstandigheden, dat is te zeggen op een terrein, doorsneden van slooten en bezaaid met boomen, wijn bergen en hopvelden. De infanterie had even weinig moeite om dezen tweeden aanval af te slaan als den eersten, en de vier re gimenten kurassiers werden binnen weinige minuten met zware ver liezen verstrooid. Het is goed met bewondering te spreken over de kurassiers van Reichshofen, maar het is ook van gewicht, zich te doordringen van het bovenstaande verhaal, en de les, die er uit te strekken valt, niet te verwaarloozen. Elke druivenlieester is bevestigd aan een korten staak, die stevig in den grond geplant is. Denk daarbij aan de bijeen staande stammen, stompen of wortels, en gij kunt u eenigszins een denkbeeld vormen van de terreinbezwaren. Q.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 103