98 Buitendien is eene groote zeemacht noodig oin deze transportsche pen, welke zich-zelven niet verdedigen kunnen, gedurende den over tocht tegen vijandelijke aanvallen te beschermen, bij aankomst de landing te dekken en gedurende den verderen loop der operatiën de ongestoorde gemeenschap met het landingspunt te verzekeren. Deze geheele vloot zalzoowel in het belang van de bescherming der transportschepenals omdat de goede uitslag de landing eene gelijktijdige aankomst bij het landingspunt vordert, gedurende de geheele reis bijeen moeten blijven. Hierdoor zal zij slechts zeer langzaam vooruit kunnen komen, want niet alleen dat dientengevolge de gang van alle schepen zich naar dien van het traagste zal moeten regelenmaar ook bij stormen en tegenwinden zal door het bijeen houden of verzamelen der schepen veel tijd verloren gaan. 2. Eene poging tot verovering onzer koloniën in den O. I. Archipel kan daarom alleen door eene groote zeemogendheid beproefd worden- De aanval zal dan hoofdzakelijk gericht zijn tegen onze voornaamste bezitting, waar wij ook anderzijds van zelf onze krachten zullen concentreeren. Er zijn echter ondernemingen die een beperkter doel hebben en meer kans van slagen beloven, vooral omdat de zeemogendheden, met het oog op hunne betrekkingen met Japan, China, Siam en Australië, in oostelijk Azie voortdurend eene aanzienlijke zeemacht onderhouden, welke als het ware steeds voor de poorten van onzen Archipel staat. Niets belet haar, met deze macht dien Archipel binnen te dringen om Indië met eenige groote schepen af te loopen eene poging te wagen, zich onverhoeds in het bezit te stellen van eene der buiten bezittingen of eene onzer havens, dan wel te beproeven, Java of eenige havens op dat eiland te blokkeeren, waardoor zij ons reeds een groot nadeel zouden toebrengen. 3. Het ligt voor de hand, dat men bij een overzeeschen aanval, verovering ten doel hebbende, vóór alles te zorgen heeft, dat de vijand geen vasten voet aan wal krijgt en dat dit doel, zoowel als bescher ming tegen ondergeschikte ondernemingen als wij hierboven omschre ven, het beste door eene voldoende zeemacht kan worden tegengegaan. Engeland, een eilandrijk en tevens eene zeemogendheid, heeft daarom ook tot beginsel aangenomen, dat de vloot eerste linie van defensie zal zijn buiten de kust en dat deze den aanval alzoo in de eerste plaats moet weren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 105