kelijk eene onbeduidende of zelfs in 't geheel geene bezetting, zoo als Lützelstein, dat de Duitschers verlaten vonden, Lichtenberg, dat door de bij de gevechten van Weissenburg en Worth verspreid ge raakte soldaten verdedigd werd, Vitry, welks bezetting alleen uit mobile gatdes bestond. Maar ook de grootere vestingen werden aan vankelijk niet belegerd, doch slechts uit veldgeschut beschoten (Toul tweemalen, evenals het kleine Pfalzburg); na zoodanige korte be schieting met eenige veldstukken werd de plaats steeds meermalen opgeëischt. Echter vielen van de 26 aangevallen versterkingen slechts twee vestingen (Rocroy en MarsaI) en twee citadellen (Amiens en Laon) van de versterkingen in de Vogezen slechts Vitry en Lichtenberg door een coup-de-main in handen der Duitschers. Eerst in den laatsten tijd ontmoeten wij in een voortreffelijk Duitsch werk de bewering dat, wanneer den 17den Augustus op sommige der nog niet voltooide nieuwe oostelijke forten 'van Metz met voldoende macht een stormaanval was ondernomen, deze wellicht geslaagd zoude zijn. Naar onze meening met terugzicht 11. 1. op den mislukten storm tegen de beide tijdelijke werken Haute- en Basse-Perche zouniettegenstaande de erkende groote dapper heid der Duitsche troepen, ook de bedoelde stormaanval niet gelukt zijn. Is reeds de bestorming van een eenvoudig veldwerkdat krach tig en zaakkundig verdedigd wordt, eene moeielijke taak, waarvan men den snellen en goeden uitslag vooraf geenszins kan waarborgen, hoeveel meer is dat dan niet het geval met de bestormiug van een in het laatste tijdperk der voltooiing verkeereud groot fort Slaagde de storm niet, dau werd de vesting gebombardeerd, en zoo zulks ook niet tot het doel leidde, eerst dan begon de aanval voet voor voet, de geregelde belegering. Voor het bombardement werden 's nachts batterijen opgeworpen, met zwaar belegeringsgeschut bewa pend; eerst bij den geregelden aanval maakte men gebruik van parallellen. Ofschoon nu b. v. bij Longwy zoodanig begin eener «re- regelde belegering heeft bestaan, bleef het toch ook bij het begin, en mogen wij wel zeggen dat deze plaats, evenals alle andere niet door een coup-de-main genomen sterkten, door het bombardement tot overgaaf gedwongen is; alleen Straatsburg maakt hierop eene uitzondering. De oude Pransche vestingen hebben dus over het algemeen slechts een betrekkelijk korten tegenstand geboden. Schijnbaar is zulks een belangrijke grond voor de bewering, dat dergelijke vestingen tegen over de zoozeer toegenomen uitwerking der belegeringsartillerie weer-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 10