105 alle eischen voldoende oorlogshaven zijn, welke Java ons opleveren kan. Geene offers mogen daarom te groot zijn om eeue behoorlijke be vestiging van straat Madura te verkrijgen, en deze kwestie is dus een der belangrijkste vraagstukken van de verdediging van Java. Daar Soerabaja bij onze eerste vestiging in Indië belangrijke mari time inrichtingen bekwam heeft men reeds geruimen tijd naar de oplossing van dit vraagstuk gezocht. Zoo vond Daendels hier bij zijne komst in Indië eene batterij, die bij Sembilang op de kust van Madura gebouwd was met het doel, het binnenkomen van den noordelijken toegang te beletten, doch welke hare onwaarde bewezen had toen zij in 1807 den Engelschen admiraal Pel- lew niet beletten kon binnen te zeilen, niettegenstaande zij zijne schepen met gloeiende kogels had beschoten. Het was ook trouwens bekend, dat de Pransche admiraal de Sercy, die in 1799 Soerabaja bezocht, de vruchteloosheid om dezen doortocht te betwisten betoogd, en den raad gegeven had, die batterij ter voorkoming van strenge represailles te slechten. De hooge waarde der haven van Soerabaja beseffende, begreep Daen dels, dat in dezen toestand verbetering moest worden gebracht en hij deed daarom het fort Lodewijk (laten herdoopt: fort Oranje en ten tweeden male: fort Erfprins) op eene uitnemend gekozen positie bouwen en hij verkreeg daardoor eene destijds vrij voldoende verdediging van den noordelijken ingang. Ook werden op Daendels' last plannen gemaakt tot afsluiting van het zuidelijk vaarwater, die later ook door Van der YVijck eenigszins gewijzigd overgenomen, doch niet tot uitvoering gekomen zijn. Zoowel door den bouw van het fort Erfprins als door aanslibbingen aan de monding der Solo-rivier begon zich echter het noordelijke vaarwater te verleggen, en hoewel men door het uitbrengen van stroom- leiders aan genoemde riviermonding getracht heeft deze verlegging te beteugelen, zijn die pogingen niet geslaagd, en heeft het vaarwater thans eene nieuwe richting aangenomen, welke het bestaande fort ge heel nutteloos maakt. Dit is daarom, na eenigen tijd als huis van detentie te hebben gediend, dan ook reeds geruimen tijd verlaten en later (wanneer is ons niet bekend) tot op de waterlijn geslecht. Door de onderzoekingen omtrent de vaarwaters in straat Madura bleef de kwestie der verdediging geruimen tijd hangen en kwam er slechts een onderdeel der geprojecteerde werkenn. 1. eene in 1855 voltooide kustbatterij beoosten de monding der Kalimaas, tot stand.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 112