106 Deze batterij kan echter alleen dienen tot gedeeltelijke besehermin- van het inmiddels (1848) tusschen genoemde rivier en de Pegirian aangelegde maritiem etablissement, en hoogstens om den vijand het rustig bezit der reede moeilijk te maken. Zij kan niet tegengaan dat onze ter reede gevluchte vloot en zelfs het maritiem etablisse ment van buiten beschoten en vernield worden en is dus op zich zelve geheel onvoldoende. Zonder eene goede en dengdelijke sluiting van de beide ingangen der straat Madura is dan ook van de verdediging der reede van Soerabaja niets goeds te verwachten, en zullen noch de daar geankerde schepen veilig, noch de maritime inrichtingen voldoende beschermd zijn. Nu zou het in abstracta voorzeker het beste zijn, zooals wel eens ter sprake is gebracht, de verdediging der beide vaarwaters geheel aan de marine over te laten en ons verder tot eene verdediging der reede 6,1 a een.6 bescherming van het maritiem etablissement door twee ter weerszijden van die inrichtingen gelegen kustbatterijen te bepalen, doch hoewel onze vloot wel sterk genoeg zou kunnen zijn om die verde diging op zich zelve op zich te nemen, zoo zouden wij haar dan ook geheel daaraan moeten vastleggen, en niets overhouden om buiten handelend op te treden, terwijl, wanneer de vloot geheel of gedeeltelijk afwezig mocht zijn, de oorlogshaven onverdedigd zoude wezen. In het eerste geval hebben wij niets aan onze zeemacht, in het tweede geeu oorlogshaven. Wij gelooven daarom niet, dat de taak der verdediging van straat Madura geheel aan de zeemacht overgelaten zal kunnen wordenwel zal deze daartoe krachtig kunnen en moeten medewerken, doch de afsluiting zal hoofdzakelijk door forten moeten worden verkregen. Het valt echter niet te ontkennen, dat aan eene zoodanige afsluiting groote technische bezwaren zullen verbonden zijn en deze zeer kosP baar zullen worden. De oorlog in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika toch heeft ons geleerd, dat forten van graniet en metselwerk niet tegen de uitwerking van zwaar geschut bestand zijn, en slechts zeer°dikke borstweringen van zand of gepantserde batterijen voldoende sterkte schijnen te bezitten om daaraan wederstand te bieden. Dergelijke sterkten in straat Madura op te richten, op afstanden die goed bestrij kende vuren kunnen geven, is een moeielijk en kostbaar vraagstuk. Van de ingangen van straat Madura, die beiden versterkt moeten worden, heeft de Irechter (de zuidelijke) een minimum-breedte van 3000 en de straat (de noordelijke) van -3800 M.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 113