108 bij dit punt wellicht aanbeveling verdienen, omdat eene versterkte haven aldaar een uitstekend steunpunt zou opleveren voor de opera- tien onzer in de watereu van Bangka, Billiton en Borneo of onder Sumatra's oostkust teruggetrokken zeemacht tegen eene der weste lijke zee-accessen. Ook heeft men met hetzelfde doel wel eens het denkbeeld ge opperd, de rivier van PalemSang, die tot aau de hoofdplaats van dien naam voor vrij zware schepen bevaarbaar is, in verband met eene toch noodig geoordeelde versterking dier stad tegen een coup de main tot vluchthaven geschikt te maken, doch daar men deze rivier slechts bij hoog water binnen kan komen, kan aan deze haven geen hooge waarde worden toegekend. Meer nut kan van eene versterking der baai van Amboina, die voor zeer diepgaande schepen toegankelijk isverwacht worden, doch het valt niet te ontkennen, dat al deze havens buiten Java het groote nadeel hebben, dat zij geene geregelde gemeenschap kunnen onderhouden met de autoriteit, aan wie op Java de hoofdleiding der verdediging is toevertrouwd. Zoodra de vijand dus eenmaal ge land is, zullen daarop gebaseerde operatiën veelal slechts aanleiding geven tot geïsoleerde, niet genoegzaam naar één doel strevende han delingen, die, hoe loffelijk op zich-zelve, dikwerf de verdediging weinig nut zullen aanbrengen. In het begin van den oorlog vóór de landing, wanneer de zee macht hare voornaamste taak heeft te vervullen en tegen onder geschikte ondernemingen, zullen zij de marine echter een krachtigen steun verzekeren en dus groot nut kunnen hebben. 14. Wij hebben reeds gezien dat zooveel tot eene verovering, als bij ondergeschikte ondernemingen tegen onze koloniën gepant serde vaartuigen bestemd kunnen wordenen hetzij wij nu aannemen, dat de vijandelijke vloot uitsluitend uit zulke, dan wel dat zij ge deeltelijk uit gepantserde en gedeeltelijk uit ongepantserde schepen zal bestaan, zeker is het, dat wij, om den vijand met hoop op goed gevolg te kunnen weerstaan, in den Indischen archipel gepantserde schepen zullen moeten hebben, die de zijne niet behoeven te vreezen. Bij de inrichting dezer schepen moet snelheid op de voorgrond staan, en hoe grooter en sterker ze verder bewapend zijn hoe beter. Het charter zal in de eerste plaats afhankelijk zijn van den diep gang die toegelaten kan worden. Nu hebben wij gezien, dat de schepen om te Soerabaja de eenige

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 115