IJl mogelijk achten, zelfs niet met eenen spoorweg; te meer niet, omdat de schepen het in hunne macht hebben, zich telkens uit het gezicht van de kust te verwijderen en men dan weder geheel onzeker is omtrent hunne plannen. Buitendien is een herhaaldelijk heen en weer voeren langs spoor wegen zeker even vermoeiend voor den troep als lange marschen en zouden wij dus zelfs in eene groote fout vervallen, indien wij ons door het bezit van eenen spoorweg lieten verleiden tot pogingen om de bewegingen der vijands langs de kust te volgen. Wacht men daarentegen met het vervoer der troepen tot de vijan delijke vloot geankerd is en de landing eenen aanvang genomen heeft dus tot dat men omtrent het gekozen landingspunt genoegzame zeker heid heeft dan zal men, wanneer de ontscheping in de onmiddellijke nabijheid van de legerplaats onzer troepen geschiedt, meestal van den spoorweg geen partij kunnen trekken, en, wanneer het landingspunt wat verder verwijderd is, evenzeer met, als zonder spoorweg te laat komen. Reeds in 1854 kon eene Eransch-Engelsche vloot 57.500 man, 6.000 paarden en 21 veldbatterijen gelijktijdig van Varna naar de Krim vervoeren, en waren eenige uren voldoende om drie Eransche en twee Engelsche divisiën met 59 bespannen vuurmonden te ontschepen. Deze operatie bewees, dat 15.000 man per uur ontscheept hunnen worden. De landing moet dus al zeer dicht bij onze stelling geschieden, om haar tijdig te kunnen voorkomen; en dan zal aanvoer van troepen per spoorweg nagenoeg geene voordeelen opleveren, omdat te veel tijd met in- en uitstappen verloren gaat. Men bedenke slechts, dat, om eene troepenmacht van 15.000 man per spoor te vervoeren, meer dan 10 treinen van 60 a 80 wagens noodig zijn, die elkander met be hoorlijke tusschenpoozen moeten volgen. Alleen bij een dubbel spoor kan deze beweging vrij geregeld uitge voerd worden; toch zal het tijdsverloop tusschen het vertrek der ver schillende treinen, door het inladen vooral van paarden, geschut en munitie, zeker niet minder dan uur gesteld mogen worden en zul len dus de laatste troepen eerst 5 a 6 uren na het eerste transport kunnen vertrekken. Is daarentegen de afstaud van het landingspunt tot aan onze stelling zoo groot, dat daarop met vrucht van het vervoer per spoortrein ge- biuik zou gemaakt kunnen worden, dan zullen wij meestal ook met dit vervoermiddel te laat komen, vooral daar het debarkement uit den spoortrein niet in de onmiddellijke nabijheid der vijands zal kunnen geschieden, omdat men ook daarbij nagenoeg geheel weerloos is.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 118