116 Van liet eigenlijke leger behoort in vredestijd op Java te huis: Van de Infanterie. 11 veldbataillons, waaronder de 4 keurbataillonseen garnizoens- bataillon (staf en 2 komp. te Tjilatjap, met detachementen te Wo- nosobo, Patjitan en Magelang)2 garnizoens-kompagniën (een iii Bantam met den staf te Seraug en detachementen te Anjer, Paude- glang, Rangkas Betoeng en Tjiringin en een in Cheribon te Palimanang), alsmede de subsistenten-kaders te Batavia (met een detachement op Biliton), te Semarang (met detachementen te Pelatoeugan en te Oenarang) en te Soerabaja (met detachementen op de posten in Java's oosthoek.) Van de Artillerie. 5Vs zware veldbatterijeen lichte drie batterijeene berg- batterij en 6 kompagniën vesting-Artillerie, alsmede het geheele mate rieel van dat wapen Nagenoeg de geheele Kavallerie, met uitzondering van een de tachement te Makasser. Yan het wapen der Genie, het geheele korps Mineurs en Sappeurs, alsmede een onbepaald, doch het kleinste, gedeelte der geniewerklieden. In verband met het aangenomen beginsel om onze verdediging tegen eeuen binuenlandschen vijand hoofdzakelijk op Java te concen- treeren (§4) en ons op de buitenbezittingen, met uitzondering van Sumatra en Bangka, tot eene verdediging tegen een coup-de-main te bepalen, is als beginsel aangenomen, in oorlogstijd de bezetting der gezamentlijke buitenbezittingen tot ongeveer 7000 man Infanterie en ruim 300 man Artillerie terug te brengen, en het leger op Java met het overschietende te versterken. Voorts worden dan aan het leger gevoegd de in vredestijd daar buiten staande korpsen welke hierboven zijn opgegeven, en deze bij de korp sen van het leger ingedeeld, of, door de van de buitenbezittingen komende troepen geëncadreerd, tot afzonderlijke battaillons gevormd. Eindelijk worden bij de infanterie de inlandsche kompagniën door werving met 30 man vermeerderd (men rekent op geene aanvulling van het Europeesche, Amboneesche of Afrikaansche element, omdat bij eenen buitenlandschen oorlog de gemeenschap over zee zeer spoe dig verbroken zal zijn), terwijl de veldartillerie op 10 batterijen wordt gebracht. Wanneer wij de verhouding der Europeanen tot de Inlanders

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 123