IIS Bij de Inlanders zou weder door werving in een incompleet van 1872 1541 324 man voorzien moeten worden, terwijl ruim 800 paarden zouden moeten worden aangekocht. Over de manschappen, tot het materieel der artillerie behoorende, kunnen wij natuurlijk niet beschikken, daar deze zoolang mogelijk in de werkplaatsen moeten blijven en later als laboranten enz. dienst zullen moeten doen. Deze beschouwen wij dus als non-combattants. De kavallerie zou bestaan uit het Regiment O. I. Kavallerie sterk. 583 Eur. en 523 paarden. De Kavallerie van de legioenen van Mangkoe Negoro. (9 off.) en 69 Inl. van Pakoe Alam (1 off.), 25 alsmede van de Barisan (8 off.) 122 De Djajang secars (2 off.) 9 u 281 De lijfwachten-dragonders (2 off.) 78 te zamen. 670 Eur. en 197 Iulauders. 1167 man. Ook hierbij zullen in oorlogstijd wel paarden aangekocht moeten worden. De Genietroepen zijn in vredestijd 312 Europeanen en 265 Inlanders sterk. Daar in de formatie op voet van oorlog hiervoor op eene sterkte van 600 man gerekend is, zullen deze weinig versterking behoeven. De non-combattants laten wij weder buiten beschouwing, en tee kenen daaromtrent alleen aan, dat ook het hospitaalpersoueel in oorlogstijd wel eene belangrijke versterking vorderen zal, doch wij niet gerekend hebben op het in oorlogstijd beschikbaar komend per- personeel van het topographisch bureau en der militaire verkenningen en van het schrijverspersoneei, alsmede op de pupillen, die niet in de formatie opgenomen zijn, doch waarvan bij het uitbreken van den oorlog wel eenigen voor indeeling bij het leger in aanmerking zullen komen. Volgens bovenstaande berekening zouden wij dus in oorlogstijd op Java ongeveer kunnen beschikken over Infanterie22393 man Artillerie. 2908 v Kavallerie1167 Genietroepen600 27468 man, waaronder 9996 Europeanen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 125