die tegenwoordig zoo on'tnisbaar zijn; dat bijna overal geblindeerde geschutstanden en wijkplaatsen ontbraken. Waar de Duitsche troepen verschenen, moesten de werkzaamheden, aan het in staat van verde diging' stellen verbonden, opbonden. Er was dus geen enkele vesting tot de verdediging gereed. Wat de vestingartillerie betrof; de hoeveelheid was ruim voldoen de, inaar de hoedanigheid liet veel te wenschen over. De meeste kanonnen waren voorladers uit den vroegeren tijd, vele nog met gladden ziel. De Pruisische getrokken 12- en 24-ponds belegerings- kanons (met kulasladiug) waren overal zeer superieur aan het ge schut der Pranschenvooral betredende de juistheid van het schot, maar in den regel ook ten aanzien van uitwerking en dracht. Yan Longwy wordt als iets bijzonders gemeld, dat het een 24- ponder van de nieuwste constructie bezat. Evenals de bewapening, was ook de munitie veelal, ofschoon op zichzelve ruim, toch inderdaad onvoldoende. De Pruisen vonden er, die nog uit de vorige eeuw dagteekendeuEr is slechts één geval geweest van gebrek aan munitie in eene belangrijke plaatsn.l. Toul, waar men op het laatst slechts met mortieren kon antwoor den en zijn laatste bom had geworpen toen de overgave plaats had. Dikwijls bleek ook gebrek aan artillerie-personeel onder de bezet tingen waardoor natuurlijk de verdediging verzwakt of belemmerd werd. Eindelijk moet niet over het hoofd worden geziendat ook de geestdie onder de bezetting heerschte en de wijze waarop deze was samengesteld, meermalen van invloed waren op het lot eener vesting. Laon b.v. werd eigenlijk overgegeven ten gevolge van het weder- keerig wantrouwen tusschen de gedeelten der bezetting en tusscheu deze en de bevolking. Van den val van Verdun, die, ondanks de heldhaftige verdediging, zoo spoedig plaats had, zoekt men de oor zaak in de overgave van Metz, welke een in hoogen graad slechten indruk op garnizoen en burgerij gemaakt had. Ook deze ontijdige overgaaf is dus niet aan de vesting-zelve te wijten. Uit het bovenstaande kan men zich gemakkelijk een juist begrip vormen van den toestand der oudere Eransche vestingen en van de oorzaken van den in den regel slechts betrekkelijk korten tegenstand. Beschouwen wij thans de maatregelen des aanvallers nader. Wanneer de coup-de-main mislukte, werd de vestingzooals reeds gezegdverder slechts geobserveerd of ingeslotenof wel werd de 6

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 13