138
Bandjar Negara en Wouosobo lóopende, bij Ngaridjo op den reeds
beschreven weg van Welerie naar Setjang uitkomt.
Van deze wegen is alleen de tweede voor alle troepen en voer
tuigen bruikbaar; in de beide andere, alsmede in den aangegeven
verbindingsweg, komen onderscheidene stukken voor, die niet of
slechts gedeeltelijk voor voertuigen en groote troepenbewegingen ge
schikt zijn.
26. Bij eene landing op de oostkust staan den vijand, behalve
de groote postweg, hoofdzakelijk twee wegen open; namelijk de weg
van Soerabaja door de vallei der Solo-rivier over Bedahan, Bodjo
Negara, Padangan en Ngawie naar Soerakarta, en de weg, welke
over Modjokerto tot Kediri door de vallei van de Brantas en verder
langs de oostelijke en noordelijke hellingen van den G. Willis naar
Madioen loopt, en zich bij Ngawie aan de eerstgenoemde aansluit.
Alle overige wegen zijn omwegen, meestal minder bruikbaar en
komen ten slotte meerendeels toch op de eerstgenoemden uit.
27. Uit het voorgaande hebben wij gezien, dat de accessen,
welke in midden-Java van het noorderstrand naar de binnenlanden
voeren, de zijwegen ten oosten en ten westen van Semarang en de
beide groote wegen, alsmede de spoorweg nagenoeg allen in de on
middellijke omstreken der vallei van Ambarawa samenkomen, en
voor zoover dat met enkele zooais de wegen die bij Setjang en
Banjoe Koening uitkomen niet het geval is, langs eenen omweg
uit die stelling kunnen worden beheerscht.
Veder zuidwaarts heeft men hoofdzakelijk slechts te doen met de
beide groote wegen, welke zich, even boven Ambarawa, bij Bawen
verdeelende, naar Magelang en Kartasoera voeren, alsmede met den
spoorweg, welke alle drie, door het. gebergte onderling strategisch
van elkander gescheiden, eerst in de terreinstreek tusschen Karta
soera en Djokjokarta weder vereenigd worden.
Hieruit volgt dus, dat ten opzichte der noordelijke accessen onze
centraalstelling zonder twijfel gezocht moet worden in de omstreken
van Ambarawa, alwaar zij, van de daar naar het binnenland voerende ge
wone wegen, als het ware den spoorweg en alle overige zijwegen be
heerscht, en dicht genoeg bij het noorderstrand zal liggen om deoperatiën
tegen de landing krachtig te ondersteunen in een woord, waar ons leger
in de hoogste mate mobiel en vrij zal zijn in de keuze der wegen,
waarop het zal kunnen opereeren.