142
stelling, waarin de hoofdverdedigihg gevoerd moest worden, en welke
hij als de poort van eene groote vesting van bergen en ravijnen, be
schouwde, wilde hij zoodanig versterken, dat het mobile leger aldaar
de geheele macht van den vijand kon afwachten en staande houden.
De beide andere versterkingen zouden, behalve tot afsluiting der
oostelijke en westelijke toegangen, voornamelijk tegen omtrekkingen
moeten dienen.
Deze geheel taktische opvatting van d'e zaak hing voorts nauw
samen met een vroeger eveneens vrij algemeen gehuldigd denkbeeld,
dat vestingen en forten in staat zijn, een leger tegen te houden
en belegerd moeten worden, alvorens de aanvaller het wagen kan, ver
der te trekken; een denkbeeld, hetwelk Van der Wijck in hooge mate
toegedaan was, en waardoor hij, niettegenstaande hij zich tot regel
gesteld had: zoo weinig mogelijk versterkingen in zijn stelsel op te
nemen, tot eeu kostbaar vestingstelsel is vervallen.
Ten einde verder een juist denkbeeld te verkrijgen van de rol,
welke de positie aan de Toentang in het stelsel Van der Wijck te
vervullen zou hebben, moeten wij nagaan, hoe deze zich den loop van
zaken voorstelde.
Geheel overeenkomstig met de zooeven aangegeven denkbeelden, nam
Van der Wijck aan, dat men door het vernielen en versperren der
wegen, welke ten oosten en ten westen van Semarang naar het binnenland
voeren, in verband met eene vooruitgeschoven opstelling onzer troe
pen op den grooten weg tusschen Bawen en Semarang, den vijand
noodzaken zou, zich eerst van deze stad meester te maken, alvorens
naar het binnenland te kunnen doordringen.
Derhalve ontwierp hij, behalve eene strandverdediging, welke de
landing in de onmiddellijke nabijheid van Semarang moest tegen
gaan tot afsluiting van den grooten weg aan de oostzijde de re
doute Torbaja met eene inondatie, en tot afsluiting der westelijke
accessen eene geheel door eene onder-waterzetting ingesloten citadel,
welke laatste tevens dienen moest, den vijand, door beschieten van
de stad, te beletten, na tot Semarang doorgedrongen te zijn, zich al
daar te vestigen.
Met deze middelen hoopte hij de verdediging alhier een geheelen
oostmoesson te zullen kunnen rekken, en vermits hij het voeren van
den oorlog gedurende den westmoesson niet mogelijk achtte, kwam
hij dus tot het besluit, dat eerst met het begin van den drogen
moesson van het volgende jaar, met eene beweging naar het zuiden
begonnen zou kunnen worden.