141
de linkerflank zou worden gevórmd door eene inondatie van de in
het moeras uitloopende kalie Galé, welke aan den kant van het moeras
opgehouden moest worden door den tot eenen dijk te verhoogen en
door twee dijkposten te verdedigen nieuwen zuidelijken weg van Bavven,
en aan de westzijde ver genoeg van de hellingen van het Djamboe-
gebergte verwijderd zou blijven, om het daarachter opgestelde leger ge
legenheid te verschaffen, uitvallen op de rechterflank des vijands te doen.
Aan het hoofd der inondatie, werd achter de kalie Pandjang verder
eene vesting, Willem I, geplaatst, welke het steunpunt der stelling
vormen zou, tevens de noodige krijgsbehoeften bevatten moest, en
aan de zuid- en westzijden, alsmede in oostelijke richting, tot nagenoeg
aan den voet der aldaar liggende heuvels door de inondatie gedekt,
alleen op het noordwestelijk front aangevallen zou kunnen worden.
Ten einde omtrekking door de toegankelijke gedeelten van het ge
bergte op de linkerflank onmogelijk te maken, werd ten noorden
van de kalie Galé, en gedekt door de inondatie bij Djamboe. eene
redoute ontworpen.
Aan de rechterflank werden, op de meest verheven punten van het
terrein tusschen de Toentaggrivier en Bavven, een achttal permanente
versterkingen ontworpen, gedeeltelijk als voorposten van de achter de
rivier aan te leggen werken, gedeeltelijk om de domineerende punten
van het voorliggend terrein te verdedigen; voorts werden, tot ver
dediging der beide overgangen van de Toeutangrivier, de overgang
van den grooten weg en van het voetpad naar Getas, versterkingen
ontworpen, terwijl eene redoute op den G. Tambalaug tegen eenen
uit het bosch van Pring-Apoes deboucheereuden vijand dienen moest.
Eindelijk zou tot afsluiting van den nieuwen wegnaar Soerakarta,
bij het puut, waar deze als het ware door het moeras en de steile
hellingen van den Telomojo ingesloten is, op den heuvel Tjaudic-
doekoe een redoute geplaatst moeten worden.
Wij hebben reeds gezegd, dat Van der Wijck van oordeel was, dat
de vijand de bovenbeschreven positie niet anders dan in front zou
aanvallen. Ten einde daarbij het aanvankelijk ten noorden van de
Toeutang opgesteld mobile leger tot den terugtocht te noodzaken,
zou de vijand dus de aldaar ontworpen versterkingen moeten nemen,
om vervolgens, gebruik makende van het voordeel, dat de linkeroever den
rechteroever van de rivier overal domineert, ons door een overmachtig
vuur te noodzaken eene meer achtenvaartsche stelling in te nemen,
en alzoo den overtocht van de Toeutangrivier te forceeren.