148
in 1845 aanleiding tot eene zénding van den Generaal-Majoor F.
I'. Baron Yon Gagern, wien opgedragen werd, een volledig verslag
uit te brengen omtrent liet in uitvoering zijnde verdedigingsstelsel
van Java en wat daarmede in verband stond, en die, bij de beoor
deeling der werken, welke nog niet begonnen of voltooid waren,
vooral letten moest op mogelijke bezuiniging, ten einde het voorge
stelde met de minste offers te bereiken.
Het oordeel, door Von Gagern over het verdedigingsstelsel Van
der Wijck uitgesproken, is in vele opzichten verre van gunstig. Wel
beaamde hij het in zijn hoofdbeginsel, doch hij had vele bezwaren
tegen de uitvoering.
Aangezien voor den vijand eene spoedige beslissing van het hoog
ste belang is, deze alleen door eeuen aanval op het mobiel leger ver
kregen kan wordenen eene belegering in Indië altijd meer tijd en
menschen zal kosten dan de gewaagdste onderneming, is Von Gagern
van meening, dat de aanvaller zich, bij goed versterkte en verdedigde
vestingen, niet aan belegeringen zal wagen, zoolang de mogelijkheid
bestaat, wegen te volgen of zoo noodig te banen, waardoor hij die
versterkingen vermijden kan.
Von Gagern gelooft niet aan de door Van der Wijck op het be
legeren van versterkingen gebaseerde methodische voortgang, noch
aan den langen duur van den oorlog. Hij is van oordeel, dat de
vijand zoo dicht mogelijk bij onze centrale positie landen, en dan
trachten zal, het aldaar opgestelde mobiel leger langs den kortsten
weg te bereikenwordt hij geslagen, dan zal eene inscheping weldra
volgen en is de landingsespeditie geëindigdis hij daarentegen over
winnaar in eenen beslissenden slag, en wordt ons mobiel leger uit
zijne stelling verdreven, dan zullen de versterkingen van zelf vallen,
uaeer door eene afsluiting dan door belegering. Teruggaan nadat wij
uit de centrale stelling verdreven zijn, zal op Java weinig geven,
omdat de geheele terugtochtslijn in de breedte van het eiland in 6 a 8
dagmarscheu doorloopen wordt, en dus niet lang genoeg isterwijl bij
teruggaan naar den oost-of' westhoek dadelijk het grootste gedeelte van
het eiland wordt prijs gegeven. Wordt dus eenmaal het mobiel leger
uit zijne versterkte stelling verdreven, dan is de grootste kracht der
verdediging gebroken.
Uitgaande van het zooeven vooropgestelde beginsel was Von Gagern,
hoewel niet twijfelende dat de vijand zijne operatiën met Semarang
zou beginnen wanneer deze stad zonder belegering kon worden ge
nomen, in strijd met Van der Wijck niet van meening, dat de ver-