51 Als versterking tegen eenen buitenlandschen vijand heeft dit fort, blijkens vorenstaande beschrijving, al zeer weinig waarde. Tegen een inlandschen vijand en als depötplaats is het nog te gebruiken; doch het zal dan wel vereenvoudigd en daardoor beter bewoonbaar gemaakt kunnen worden. Het ontworpen fort bij Melirip, hetwelk, wat wederstandsverinogen betreft, in dezelfde categorie als de beide vorigen valt, acht Von Ga- gern eveneens onnoodig. 32. liet voorgaande resumeerende hebben wij gezien, dat de stelling in de vallei van Ambarawa, volgens onze geheel op zich zelf staande beschouwingen aangewezen als de plaats van concentratie on zer troepenmacht, reeds door Van der Wijckhoewel op geheel an dere gronden - gekozen werd als het punt, waar de hoofdverdediging van Java zou worden gevoerd. In beide gevallen werd de stelling gekozen wegens hare taktische sterkte, en omdat zij in het centrum der noordelijke ac cessen ligt; doch in tegenstelling inet de hieromschreven zijdelingsche verdediging, waarbij de positie het steunpunt is van offensive bewe gingen der accessen, vatte Van der Wijck de zaak meer van een taktisch standpunt op en gaf, door overschatting van het weerbaar heidsvermogen van het gebergte, in verband met de meening, dat men deu aanvaller versterkingen in den weg kan leggen, welke hij bele geren moet, aan eene rechtstreeksche verdediging de voorkeur, waarbij de positie meer bepaald dienen zou tot afsluiting van de toegangen^ Maar hoe sterk deze positie ook zijn moge, even als elke andere bergstelling staat zij bloot aan omtrekking, en om zich hiertegen te dekken moest Van der Wijck, in stede van slechts één, drie posten opstellen. Niet alleen verviel hij daardoor in eene hoogst nadeeiige versnippering van krachten, maar, vermits elk dezer posten op zich zelve weder omgetrokken kou worden, liep hij zijn doel den vijand te beletten in midden-Java door te dringen geheel rnis. V011 Gagern deed deze fouten duidelijk uitkomen, en geloofde zeer terecht niet aan het gronddenkbeeld van het stelsel Van der Wijck: dat versterkingen en forten in staat zijn een leger tegen te houden. De oorlogen van de eerste Fransche republiek en van het eerste Keizerrijk hebben reeds geleerd, dat, bij de tegenwoordige wijze van krijgvoeren, vestingen die rol niet kunnen vervullen, zoo zij geen 011- omtrekbare défilé's versperren, of eene voor den vijand onmisbare ge meenschap sluiten; en aan deze eischen voldoen de door Van der

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 158