161
met Ivaraiig Bollóng op Noesa Kembangan) kunnen, wel is waar, een
paar schepen ankerendoch de groote vloot zal aldaar kruisende
moeten blijven, terwijl het gelande leger een langen weg langs de kust te
doorloopen heeft, en de tot dusverre niet overbrugde, 600 a 700 me
ter breede Serajoe-rivier overtrekken moet. Ook bij eene landing in
de Penandjongbaai zal de vijand een langen weg door een moerassig
terrein moeten doorloopen, waarbij zijne gemeenschap met de vloot
niet verzekerd is.
Eene andere kwestie is, dat eene landing aan de zuidzijde van
Noesa Kembangan op enkele punten mogelijk is, en de vijand onze
batterijen aldaar in den rug nemen en de hoofdversterking op de
landtong aldus onhoudbaar zou kunnen maken. Gemakkelijk is ech
ter zulk eene onderneming niet, wegens de buitengewone terrein-
hindernissen, welke de vijand op dit onbewoonde, rotsachtige eiland
aantreffen zal, en omdat daarvoor in elk geval geene groote macht
bestemd kan worden; wij zullen evenwel op zoodanige operatie be
dacht moeten zijn, doch er ons gemakkelijk tegen wapenen.
Uit het vorenstaande blijkt genoegzaam, dat de positie van Tjila-
tjap bij eene goede verdediging zeer sterk te maken is.
De batterij Karang Boliong zal echter niet meer aan hare bestem
ming beantwoorden.
Haar voornaamste gebrek hebben wij reeds aangewezen, en dit is
sedert uitvinding der puntgranaten zeer verergerd.
Buitendien ligt zij te ver vooruitgeschoven, en zal dus door het
tegenwoordige zware scheepsgeschut reeds van verre vernield worden.
Zij kan alleen als observatiepost behouden blijven, doch in alle ge
vallen moet de toren op de rots weggenomen, de geschutstellingen
geblindeerd en de rots, tegen het afspringen van steenstukken, met
grond bedekt worden.
Banjoe Njappa, mits naar de tegenwoordige eischen des tijds ver
beterd, heeft eene groote waarde behouden, terwijl de kustbatterij op
den landtong, met de reeds ontworpen batterij bij Tjilatjap, op het
vaarwater een krachtig kruisvuur zal kunnen brengen.
Zwaar gepantserde monitors zullen in het nauwste en kronkelende
gedeelte van het vaarwater, gesteund door Banjoe Njappa, groote
diensten bewijzen, evenals meer achterwaarts onder het vuur der
kustbatterij liggende versperringen, die het uitloopen van onze schepen
met belemmeren, en waarvan de openingen eveneens door monitors
verdedigd kunnen worden.
Eindelijk zou een oostwaarts van de landtong aan te leggen werk,