163 van Soerabaja aan de landzijde i2),* ook Batavia zullen wij, als eene belangrijke handelplaats, althans tegen een coup-de-main of het afloopen door kapervaartuigen moeten beschermen. Dat zich echter deze geheel buiten het centrum onzer verdediging liggende operatiën tot een minimum moeten bepalen, ligt in denaard van de zaak, vermits zij slechts versnippering van onze macht ver oorzaken, en de eenheid der leiding en uitvoering zullen breken. Dit gevoelen werd evenwel veeltijds niet beaamd. Van den Bosch, van wien het beginsel eene geconcentreerde hoofdverdediging in mid- den-Java uitging, was het niet toegedaan; hij wilde het noorderstrand üiet geheel aan zijn lot overlaten, maar de aldaar gelegen drie hoofd plaatsen Batavia, Semarang en Soerabaja, wier bezit hij voor den vijand het meest van belang achtte, hetzij om zich meester te maken van de hulpmiddelen welke zij oplevereu, hetzij om ze als steunpunt voor zijne verdere operatiën te gebruiken, zoodanig versterken, dat de aanvaller er niet meer dan ééne tegelijk zou kunuen vermeesteren en behouden, en wij dus voortdurend in het bezit van de beide an deren zouden blijven. Hij ontwierp daarom te Batavia eene uitge breide versterking, welke nagenoeg de geheele nieuwe stad insluiten moest (linie Van den Bosch) en grootendeels door eene inundatie zou worden gedekt,' terwijl eene citadel den vijand beletten zou, zich van de omgeving meester te maken. Te Semarang zou weder eene cita del het bezetten van de stad door den vijand moeten tegengaan, ter wijl Soerabaja eene groote vesting worden moest, welke in verband moest worden gebracht met de verdediging der oorlogshaven. Gelijk wij reeds gezien hebben, werd de citadel te Semarang in het stelsel Van der Wijck overgenomen en liet Von Gageru dit fort? hoewel hij er de onwaarde van bewees, bestaan; het is thans echter, o- i. zeer terecht, als versterking opgeheven. 25. De vesting Soerabaja werd eveneens in het stelsel Van der Wijck opgenomen en, gelijk reeds is uiteengezet, in verband gebracht met de verdediging tegen eene door dezen niet onmogelijk geachte landing des vijands op de oostkust. Ook Von Gagern behield deze versterkiug, doch kende haar, in verband met het door hem aange nomen beginsel, dat vestingen niet in staat zijn een leger tegen te houden, en niet belegerd behoeven te worden alvorens men voort kan gaan, niet die rol toe welke zij in het stelsel Van der Wijck bij de verdediging van Java zou te vervullen hebben. Hij achtte ze echter voor eene goede verdediging vatbaar.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 170