10 (lestijd opgeworpen te worden, hetgeen, met het oog op de bekende emplacementen waar de vijand zijne batterijen zal moeten opwerpen, zonder veel bezwaar geschieden kan; de bewapening kan bij het in staat van verdediging stellen plaats hebben. Op deze wijze is de vesting in staat althans een bombardement te doorstaan van langeren duur dan boven, voor den gewelddadigen aanval, als maximum werd aangegeven. Yoor dat hij tot het bombardement overgaat of, in 't algemeen, den aanval inleidt, zal de aanvaller dan zijne batterij stellingen met opoffering van krachten en tijd moeten veroverenter wijl thans in Frankrijk de voor die batterijen noodige emplacemen ten meestal zonder moeite bezet werden. Het spreekt van zelf, dat de verschansingsarbeid op het terrein voor de vesting in verband met de regelen der krijgskunst geschieden moet. Ts nu op deze wijze de kring van verdediging vergroot, dan zijn voor eene krachtige defensie ook eene sterkere bezetting en eene rui mere uitrusting in elk opzicht noodig. Aldus worden wel is waar ook meer personeel en materieel in de waagschaal gesteld, maar voor zeker niet te vergeefs, wanneer de vesting van strategisch belang en, uit een tactisch en fortificatorisch oogpunt, goed verdedigbaar is. Hoe meer het weerstandsvermogen van zulk eene vesting wordt ver hoogd, hoe meer de kring der goede verdediging wordt uitgebreid, des te grooter moet de troepenmacht zijn, die haar moet insluiten en veroveren en, zoolang dit duurt, vast aan de plaats gebonden is. En daarin ligt nu juist een hoofddoel der vestingen, dat zij eene zoo groot mogelijke vijandelijke troepenmacht, met eene belangrijk be legeringspark, lang ophouden. Hoe sterker eene vesting gemaakt wordtdes te langer kan zij den vijand weerstaandes te meer voordeel geeft zij. Het aan die vesting gebonden personeel en mate rieel is dus goed besteed. Men is dan ook van oordeel, dat, indien de vestingen in het noorden van Frankrijkdie binnen het bereik der 1« armee vielen, in aantal geringer, maar in behoorlijk verdedigbaren staat geweest waren, genoemd leger in December 1870 en Januari 1871 in een zeer ongunstigen, wellicht in een geheel onhoudbaren toestand zou verkeerd hebben.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 17