173 de vestiging des bestuurs aldaar, de belangen zich langzamerhand daar concentreeren. Wat nu de financiëele belangen der bewoners van Batavia betreft, niemand zal ontkennendat deze bij het algemeen belang moeten achterstaan. Er blijft dus slechts over het bezwaar, dat aan eene verplaatsing groote kosten verbonden zullen zijn en, daar bij de opdracht aan Yon Gagern bezuiniging op den voorgrond stond, gelooven wij, dat dit wel den doorslag zal hebben gegeven. In dit tijdschrift, 3e jaargang, 3e aflevering, is echter reeds aangetoond, dat die kosten niet zoo groot zullen zijn als men zich voorstelt en geen motief zijn wogen om een in het belang der verdediging, in het belang van het behoud dezer kolonie zoo dringend noodige maatregel onuitgevoerd te laten. Wij blijven dan ook de permanente verplaatsing van den bestuurs zetel naar midden-Java als de hoofdvoorwaarde eener krachtige ver dediging beschouwen. 39. Hoewel de generaal Yon Gagern niet geloofde aan eene onderneming des vijands in west-Java, zoo twijfelde hij evenwel niet dat de vijand, indien Batavia weinig versterkt en zwak verdedigd werd en om zoo te zeggen in het voorbijgaan te nemen was, met zoodanige onderneming zou beginnen. De moreele indruk der verovering van de hoofdstad (hier natuur lijk wel te onderscheiden van den bestuurszetel) waarvan de onder werping van den westhoek het gevolg zoude zijnhet gemak, hier zeer veilige depots te vestigen, waarvan ons mobiel leger 20 marsch- dagen verwijderd zou zijn, en die in slechts 2 dagen alle behoeften over zee naar Semarang of Djapara kunnen zenden, zou z. i. zeer voor zoodanige onderneming pleiten. Daarom wil hij Batavia zoodanig versterken en van een zoo aan zienlijk garnizoen voorziendat de vijand zich niet dan met groote opofferingen en tijdverlies daarvan kan meester maken, en de verster king ons leger zou kunnen opnemen, wanneer het genoodzaakt mocht worden van midden-Java op den westhoek terug te trekken. Hoewel hij daartoe eene meer krachtige verdediging noodig oor deelde dan aanvankelijk door Yau den Wijck ontworpen was, keurde hij evenwel het project van Van den Bosch af, voornamelijk omdat voor de verdediging een korps van 10.000 a 12.000 man noodig zou zijn. Ook was het niet te doen om beveiliging der pakhuizenmen zou in oorlogstijd den voorraad zoo spoedig mogelijk aan particulieren

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 180