174 over kunnen doen en dan was zij veilig. De citadel, op dezelfde gronden als tegen zoodanige versterking te Semarang aangevoerd, afkeurende, stelde hij eene bevestiging voor, welke 5000 meter in omtrek zou meten en weder door inondatiën (waarvan hij de door Van der Wijck aangenomen onbestaanbaarheid niet toegaf) gedekt werd, door 4- a 5000 man verdedigd zou kunnen worden. 40. Eene zoodanige versterking, die later bleek, nog zoc|kost- baar te zullen zijn, dat men er van heeft moeten afzien, is evenwel niet voldoende om Batavia als hoofdplaats en zetel des bestuurs te beschermen, daar zij slechts eenige weinige particuliere gebouwen en het oude kampement insluit, en al wat daar buiten ligt, d. i. het grootste en voornaamste gedeelte, onverdedigd laat. Ja zelfs zijn de daarbinnen liggende gebouwen nog blootgesteld aan vernieling door een bombardement. Het schijnt dan ook, dat Von Gagern deze versterking slechts noodig acht om den vijand van eenen aanval op Batavia af te schrik ken en, zoo dit niet mocht gelukken, hem door een langdurig beleg en de voorbereidende maatregelen daartoe zoodanig uit te putten, dat hij zich eerst door groote aanvulling moet herstellen alvorens in west-Java te kunnen doordringen. Maar daartoe is eene versterking op een vrij terrein nabij Weltevreden even voldoende, en zelfs nog beter, om dat men deze zoo ver mogelijk van de Tjiliwong, de Angkee en de An- tjol, welke voor den aanvoer van het belegeringsmateriëel te gebruiken zijn, kan verwijderen, en beter met het terrein in verband kan brengen. Nog verder gaande, zou men kunnen zeggen, dat men dan even goed eene stelling te Buitenzorg zou kunnen aanbevelen, en dit heeft Z. H. de hertog van Saxen-Weimar als legerbevelhebber dan ook werkelijk gedaan. De strategische waarde dezer stellingen, in verband met onze verdediging in midden-Java, is toch nagenoeg gelijk, maar de laatste noodzaakt den vijand meer binnenlands door te dringen, en is daardoor moeielijker aan te vallen en in te sluiten. Beide stellingen hebben het nadeel, een groot garnizoen te neu traliseeren, hetwelk echter voor de laatste alweder minder is, daar men deze, meer binnenlands gelegen zijnde, gemakkelijker van troepen kan ontblooten. Eene stelling te Buitenzorg zou echter tot eene verplaatsing van den bestuurszetel leiden, en komt men daartoe, dan is het beter en radicaler, in eens tot eene verplaatsing naar midden-Java over te gaan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 181