175 Wij laten die stelling echter buiten beschouwing, om ons de vraag te stellen of de vijand, na zijne landing bij Batavia, eene versterking als door Von Gagern ontworpen zal moeten belegeren, alvorens hij zijne operatiën lean voortzetten Een bevestigend antwoord op deze vraag zou geheel in strijd zijn met het reeds door Von Gagern op den voorgrond gestelde beginsel: dat de vijand niet verplicht zal zijn belegeringen te ondernemen dan na verdrijving van het mobiel leger; wij zullen dus moeten nagaan, of in dit geval wellicht bijzondere redenen tot de belegering dezer versterking aanleiding kunnen geven. De vesting verspert geen défilé, dat noodzakelijk gepasseerd moet worden om verder te kunnen doordringen. Hare verovering zal onze strijdkrachten niet zooveel verzwakken of althans mag dit, zoolang wij onze hoofdverdediging in midden- Java concentreeren, niet doen dat de vijand haar om die reden zou moeien belegeren. Als depot of stapelplaats heeft de vijand haar ook niet noodig, want deze kan hij even goed, zoo niet beter, elders vestigen. Ook voor het doel, in de veroverde vesting bij eenen terugtocht een steunpunt voor eene gedwongen strategische verdediging te vin den, heeft hij haar niet noodig, want er bestaat weinig kans, dat wij hem in west-Java met overmacht zullen overvallen. Uit het oogpunt van den verdediger pleiten de drie laatste ge vallen zelfs tegen de vesting, want als de aanvaller zich al de aan een beleg verbonden opofferingen zou getroosten, alleen om den verdedi ger te verzwakken of om zijne verdere operatiën te begunstigen, dan moeten de aan eene verovering verbonden voordeelen wel zou groot zijn, dat het voor eerstgenoemde beter zijn zou, dat de vesting niet bestond. Gelijk wij gezien hebben, worden de hoofdplaats en de bestuurs zetel, alsmede de hulpbronnen welke de plaats, oplevertdoor de vesting niet beschermd, tenzij deze geheel Batavia insluit. Ook wanneer de vijand zich te zwak gevoelt voor eenen beslissen- den oorlog en zich dus tot de verovering van Batavia als eene on dergeschikte onderneming bepaalde, zou eene versterking, welke deze geheele plaats niet insluit, hem niet beletten zich daar te vestigen. De invloed eener zoodanige versterking bij Batavia zou dan bepaald nadeelig zijn, omdat een gedeelte van haar garnizoen tot hare bewa king achter zou moeten blijven, terwijl het uitrukkende gedeelte in zijne bewegingen belemmerd zou wordendoordien het met de ves-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 182