176 ting in verband moet blijven; en worden de uitvallers geslagen, dan bestaat alle kans dat de versterking zonder beleg verloren gaat, en zal zij zeer moeielijk weder te hernemen zijn, tenzij wij daarvoor ons mobiel leger laten aanrukken en daardoor midden-Java ontblooten. Ook sluit de vesting geen terugtochtsweg of verbindingslijnen af, wanneer de vijand haar voorbij trekt zonder haar te nemen (hoewel dit doorgaans als voornaamste reden aangevoerd wordt om de nut tigheid eener versterking bij Batavia aan te toonen), omdat zij om getrokken kan worden en hare bezetting te gering is om het vijan delijke leger in gevaar te brengen. Zij kan gemakkelijk in be dwang gehouden worden door een observatie-korps, dat minder sterk behoeft te zijn dan het garnizoen der versterking, omdat dit nimmer in zijn geheel zal kunnen uitrukken en buitendien minder op den strijd in het open veld ingericht is. Uit het voorgaande zien wij, dat eene versterking bij Batavia in geen enkel opzicht van nut kan zijn, terwijl ons reeds gebleken is, dat eene versterking van Batavia, welke die geheele plaats insluit, bij onze geringe beschikbare middelen onbestaanbaar is. Buitendien zouden wij, daarop de zelfde redeneering van zooeven toepassende, eveneens tot de conclusie komendat zelfs zoodanige versterking geen ander nut zou hebben dan de door haar ingesloten ruimte aan den vijand te onttrekken. Hetzelfde wat wij voor de vesting Soe- rabaja aangetoond hebben, geldt dus ook voor eene vesting bij of eene versterking van Batavia, n. 1. dat zij voor de verdediging van Java bij de beschikbare hulpmiddelen eer na- dan voordeelig zou zijn, en wij moeten het dus een geluk noemen, dat deze versterking nog niet tot stand is gekomen. Nog meer zal dit in het oog springen, wanneer wij ons te binnen brengen wat bij de bespreking der levende strijkrachten 18) om trent de verdeeling van onze macht werd aangetoond. Uit de daarbij gebruikte cijfers kunnen wij gemakkelijk afleiden, dat, wanneer wij ons te Batavia en te Soerabaja tot eene verdediging tegen een coup-cle-main bepalen, er voor onze geheele mobiele macht, na aftrek van een policiedienst, slechts een maximum van 16-a 17000 man overschiet. Trekken wij hiervan nu nog de troepen af, welke de verdediging van vestingen bij genoemde plaatsen vorderen zou en bedenken wij, dat eene versterking van Batavia speciaal met het doel om west-Java te verdedigen ontworpen werd, en dus detachee ring van eene daartoe bestemde brigade met zich brengen zoudan komen wij tot de conclusie, dat de gevaren die', zooals wij reeds

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 183