201 Waaromtrent ik mijne afkeuring heb laten hooren, men leze het geschrevene op bladz. 348 en volgende van mijn Ie deel dat is over het noodeloos verbranden van kampongs, die geheel buiten de rayon van ons versterkt bivouac te Badjoa, ja soms op groote af standen daarvan daan lagen, zonder dat daaruit eene vijandelijke daad gepleegd was. Ik meen dat het hier de plaats is, een rapport van den luitenant-kolonel Bruusveld van Huiten, voor zooveel noo- dig, mede te deelendan kan de lezer, na een blik op de kaart van het terrein des oorlogs om zich te vergewissen, dat de daarin ver melde kampongs voor onze vestiging te Bodjoa niet gevaarlijk wa ren, oordeelenof ik onrechtvaardig of zelfs maar onbillijk in mijne afkeuring geweest ben. //Rapport omtrent de verrichtingen der kolonne, welke op den 7n en 8a Maart 1859 ouder de leiding van den luitenant-kolonel Brunsveld van Huiten hebben plaats gehad. //De kolonne bestond uit //een bataillon infanterie, onder bevel van majoor Belle, eene sectie kanons van 3 pond, onder bevel van den 2n luitenant Bisschoff en een peloton kavallerie onder bevel van den 2U luitenant Perié; terwijl aan dezelve nog toegevoegd was de kapitein der infanterie Steek, om als stafofficier de noodige aanwijzingen te doen voor de te volgen marschrichting. //Volgens de ontvangen bevelen hadden de verrichtingen hoofd zakelijk ten doel, om de vaartuigen, welke op de Pantjola of andere rivieren mochten aangetroffen wordente vernielen en de kampongs, langs welke de kolonne haren marsch volgde, te verbranden. //In overeenstemming daarmede stelde de kolonne zich in den morgen van den 7" ten ure in beweging, daarbij in acht nemende den volgenden marschvorm //eene inlandsche kompagnie en tirailleur, //vier kompagniën infanterie met divisiën in kolonne op pelotons afstand, de ambulance en koelies tusschen de beide laatste divisiën. //De kavallerie op den linker-en de artillerie op den rechtervleugel eene kompagnie infanterie werd dadelijk gedetacheerd en had in last de noordwaarts gelegen kampongs Tjipoeloes en Malela te verken nen en daarna wederom bij de kolonne, op het door den kapitein Steek aangewezen punt, aantesluiten. //De kolonne marcheerde in eene Noordwestwaartsche richting, trok door de reeds vroeger vernielde kampong Lona en hield ver volgens op de kampong Bolana aan. Terwijl de artillerie een

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 208