22] De groote natie die, in strijd met de lessen der geschiedenis, door een van staatswege gegeven kinderachtig onderwijs overtuigd moest wordendat zij altijd en wanneer ook onoverwinlijk was, is thans overwonnen, ja vernederd en vernietigd zelfs. Zij vraagt naai de oorzaken daarvan, en die oorzaken moeten haar worden bekend gemaakt, Om dat te doen, maakt Trochu geen gebruik van de zoo bij uitstek Fransche gewoonte, om uitsluitend personen aan te tasten, maar hij zal voornamelijk in beoordeeling treden over de staatsinstel lingen en het staatsbestuur. Over de natie tot de natie sprekende, zal hij haar doen zien, dat zij zich zelve een kuil heeft gegraven, dat zij hare rampen zelve heeft voorbereid. Immers zij heeft zich het toezicht over 's lands aangelegenheden gedeeltelijk uit hare handen laten ontfutselen en dat over militaire instellingen geheel laten ont nemen. Zij heeft er in bewilligd dat het ware karakter dier instel lingen door eene legende vervalscht werd eene legende, die, wel is waar, in de hoogste mate verheven was, maar overigens geenerlei waarde had. Zij heeft er in toegestemd, dat de edele en verheven krijgsmansstand op een gegeven oogenblik, door de macht van eene zekere wetgeving en den invloed van zekere gemoedsoverprikkelingen tot een heil.rijf verlaagd werd. Zij heeft het vergund, dat de geest van zelfopoffering en belanglooze toewijding, die bij het Fransche leger zoo inheemsch is en waarvan het zelfs op dit oogenblik zulke schitterende bewijzen geeft, in personeele speculation is ontaard. Zij heeft het eindelijk, zegt Trochu, niet tegengegaan, dat de zeden des volks door eene dubbele plaag werden geteisterd, wier dubbele oorsprong bij ieder bekend is de Engelsche weelde en de Italiaansche verdorvenheid. Aan dien dubbelen geesel is de betreurenswaardige vermindering van de mannelijke kracht der Fransche maatschappij te wijten, waardoor alleen de resultaten van den oorlog van )8?0 te verklaren zijn. Door Trochu zullen harde waarheden gezegd, intrigues ontmaskerd, plannen verijdeld, lasterlijke aantijgingen onschadelijk gemaakt worden. Hij behoort daarom niet tot die menschen, die het verleden van het tweede Keizerrijk stelselmatig beschimpen, want hij kan niet ver geten dat het caesarisme, door oorzaken en onder omstandigheden, die hij hier niet wil aanroerenmet bijna algemeene stemmen ver langd werd. Hij heeft bovendien, wat meer zegt, het Keizerrijk toen het tijden van voorspoed beleefde, opzettelijk, met oprechtheid^ ja men mag zeggen met cordaatheid voor de toekomst gewaarschuwd; eene handelwijze, die hem het recht geeft, nu dat Keizerrijk is in-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 228