15
heeft, als in het geheugen gegrift blijftterwijl alleswat men
slechts oppervlakkig heeft begrepen, zelfs al schijnt het, dat men het
goed onder de knie heeft, spoedig als rook verdwijnt. Zij zouden
dus den dienst der eerste jaren van den soldaat merkbaar hebben
willen verzwaren; dan heeft de jongeling nog geen vaste maatschap
pelijke stelling en zou eene langere afwezigheid hem minder nadeel
berokkenen dan later, wanneer hij zich aan het hoofd van eene onder
neming of eenige andere instelling bevindt.
Ben derde groep van de commissie meent, dat het oninooglijk is
in een volksleger de eischen van het burgerlijke leven buiten reke
ning te laten; er zijn zekere grenzen in den duur van den dienst
voor de lessen, die men niet kan overschrijden. Zoo men de mili
taire dienstverrichtingen onmatig vermeerdert, zullen de te veel be
laste manschappen er een tegenzin in krijgen, en het leger zal dat
karakter van natuurlijke, mededeelzame opgeruimdheid en van vader
landlievende vlucht, 't welk het eigenaardige der volkslegers is, ver
liezen, zonder de hoedanigheden van het staande leger te verwerven
Men moet dus noodwendig veel goeds tot stand brengen in weinig
tijds, en daarom in de eerste plaats er zijn werk van maken het
karakter der onderofficieren te vormen, hen gewennen aan het bevel,
hun grondig doen leeren, wat zij weten moeten en zorgvuldig alle
nuttelooze of overtollige vakken ter zijde laten. Men inoet zich
goed voor oogen stellen, dat de onderofficieren als zoodanig geen zeer
omvangrijk onderricht behoeven, maar zij moeten grondig al de vak
ken kennen, die tot hunnen werkkring behooren. Wij ziju dus van
gevoelen, dat men het verlangde geneesmiddel eerder moet zoeken in
de verbetering der manier van onderwijzen dan in groote verlenging
van den duur van den cursus.
Zoo de onderofficieren weinig invloed hebben op den troep, zoo zij
zich weinig geschikt toonen voor het toezicht en voor het leiden van
eene menigte bijzonderheden in den dienst, die tot hunne taak be
hooren, komt dit vooral, omdat zij er niet voor opgeleid zijn gewor
den. In de rekrutenscholen leert de ouderofficier als zoodanig weinig
speciale theorie; men doet hem op ontoereikende wijze de werkzaam
heden volvoeren, die tot zijn graad behoorende officier daarentegen
wordt gekluisterd aan bezighedendie den onderofficier moesten wor
den opgedragen; hij kommandeert posten van vier man, hij is voor
zitter bij het schrobben van de trappenhij onderhoudt dagelijksche,
niet zeer aangename betrekkingen met den slachter, enz. De onder
officier, afgeleid van zijne plichten, wordt feitelijk begrepen onder den