227
zorgen. Trochu's denkbeelden over den oorlog waren, volgens den
graaf de Palikao, valsch. Hij zoude nimmer dulden, dat het leger
van den maarschalk Mac-Mahon bij Parijs kwameen dergelijk plan
was geheel verkeerd.
Op die zoo zeer door hem verlangde hulp kon Trochu bij een beleg
van Parijs, dat imminent was,'derhalve niet rekenen.
Het 13e legerkorps, dat door den Generaal Yinoy gevormd was
en het eigenlijke garnizoen van Parijs uitmaakte, werd bovendien
naar het tooneel des oorlogs gezonden. Behalve de garde de Paris
en de gendarmerie bleef in die stad slechts het 14e legerkorps over;
een korps, dat zijne samenstelling nog niet voltooid had en derhalve
een geïmproviseerd korps was.
Ontbrak het Trochu daardoor aan alle materieele hulpde minis
ter Palikao ging nog verder en onthield hem zelfs alle zedelijke
ondersteuning, door het gezag van den Gouverneur van Parijs op
allerlei wijzen te verlammen. Naijver tusschen de Pransche-Generaals
is geen ongewoon verschijnsel. De rol, die Bazaine te Metz heeft
gespeeld, is daarvoor een schitterend bewijs.
Palikao uieerde Trochu als bevelhebber van Parijs. Buiten hem om
gaf de minister aan den kommandant der genie bevelen die op de ver
dediging der vesting betrekking hadden, eeue verdediging, die niet aan
den minister van oorlog maar aan Trochu was toevertrouwdbuiten
hem om werden aan den plaatselijken kommandant bevelen gegeven
om spionnen te laten fusilleereneene strafoefening, wier bericht den
Gouverneur der vesting eerst ter ooren kwamtoen zij was afgeloopen
Trad de minister door die handelingen in de attributen van den
Gouverneur van Parijs, die de zijne niet waren: hij deed meer, dat
veel laakbaarder was: hij liet Trochu onkundig omtrent de bewegin
gen des vijands, en dat, toen de Duitsche troepen Parijs naderden.
Trochu beklaagde zich over hem en te recht. Men scheen den
Gouverneur van Parijs gelijk te geven, want Palikao zag in de wijze,
waarop men Trochu's klacht behandelde, een démenti voor zijn per
soon en vroeg, hierover hevig verbolgen, zijn ontslag. Alleen de
tusschenkomst der Keizerin kon aan het gerezen conflict een einde
maken, en Palikao bleef minister.
Wat den 4en September te Parijs gebeurde, is iedereen bekend.
Door de revolutie hiertoe gedrongen, moest de Keizerin die stad
verlaten. De heerschende verwarring steeg daardoor ten top.
Op dien merkwaardigen dag werd Trochu op het ministerie van
oorlog ontboden. Men ontving hem daar met de grootste hartelijk-