229 eene heldhaftige dwaasheid te begaan. Maar die heldhaftige dwaas heid is volstrekt noodzakelijk om de eer van Frankrijk te redden 1 zij is ook daarom zoo zeer noodig, om aan de wereld, die met stomme verbazing over den spoed waarmede onze rampen elkander op volgen het oog op ons gevestigd heeft, den tijd te gunnen zich te bedenken Want Trochu had een flauwe hoop, dat Noord-Amerika zich de lotgenooten van LafayetteEngeland Inkerman en Italië Solférino zoude herinneren. Die hoop bleek eene .ijdele hoop te zijn, want de regeering van een land heeft niet altijd dezelfde sympathiën als de natie zelve. Toen de Duitsche legers nog slechts eenige mijlen van Parijs ver wijderd warensteeg de opgewondenheid der bevolking ten top, maar zij voorzag niet wat spoedig zoude gebeuren. Het kostte Trochu moeite haar aan het verstand te brengen, dat er een ernstig beleg op han- nen was. Aan de noodige critici over de houding van Trochu gedurende dat beleg heeft het niet ontbroken. Zij waren legio. Ook de kolonel Baron Stoffel, die tijdens het beleg goede diensten heeft bewe zen maar door Trochu niet voor generaal-majoor in aanmerking werd gebracht is een der bittere en nijdige critici. Hechten wij aan zijn beweringen niet te veel waardewant zij zijn niet van par tijdigheid en vijandschap gezuiverd. Welke zijn nu wel de beschuldigingen, die men Trochu, als be velhebber van Parijs naar het hoofd heeft geslingerd 1". De nationale garde der hoofdstad gaf door hare massa het middel aan de hand, om door de insluitings-liniën der Duitschers heen te breken en zich een uitweg te banen. Trochu heeft van dat mid del geen gebruik hunnen of willen maken; in het eerste geval was hij niet voor zijn taak berekend, in het tweede geval heeft hij ver raad gepleegd. 2°. De insluitings-liniën der Duitschers hadden niet die defen sive waarde, welke Trochu haar heeft toegekend. De sterkte van den belegeraar was niet zoo groot, als hij heeft opgegeven. Daar tegenover stonden de vaderlandsliefde van Parijs, de handel eu nij verheid, kortom alle hulpbronnen der hoofdstad, ter zijner beschik king, waarvan hij geen partij heeft kunnen trekken. Schijver van tie //Rapports militaire» éerits de Berlin," Paris, Gamier frèïös.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 236