23-2 en uitvoering daarvan hebben belast. In de allereerste plaats moet hier de naam van den Generaal Chabaud la Tour vermeld worden. En ofschoon ook oyer de wijze, waarop men die werken tot stand bracht ruimschoots critiek is uitgeoefend, blijft het ook niettemin eene onomstootelijke waarheid, dat de kracht, waarmede aan de door 100000 handen, onder toezicht der genie, tot stand gebrachte ves tingwerken, gedurende de beroeringen en onzekere kansen van het oogenblik, is gearbeid, bijna eene bovenmenschelijke kracht was. Hoe was de bewapening van Parijs De twee groote en van munitie en materieel zoo goed voorziene artillerie-parken, die Frankrijk bezat, waren te Straatsburg en Metz. Zij zijn met die vestingen in handen van den vijand gevallen, (f) De kern van het geschut, dat voor groote afstanden moest worden aangewend, bestond uit 200 vuurmonden der marine. Zij waren, op last van den admiraal Itigault de Genouillj, vóór den 4™ September, door een bediening-personeel naar Parijs overgebracht, dat gedurende het beleg de keurbende der vesting-artillerie is geworden. Men heeft dat beleg getrotseerd met een artillerie-materieel van verschillenden oorsprong en een ontredderden staat. Men had getrok ken vuurmonden der marine, belegering-geschut, gladde kanons en andere vuurmonden van de meest verschillende kalibers. Bij het begin van het beleg had men 500 vuurmonden op 3 0 en daarna 1000 op 100 schoten. Later evenwel stonden meer dan 2000 vuur monden in batterij, met een voorraad van 500 schoten voor iederen vuurmond, benevens de noodige reserve. Men beoordeele uit deze gegevens de groote kracht, die de artil lerie hoe vaak zij ook miskend is geworden binnen weinige weken heeft weten ten toon te spreiden. Zoowel de vestingartillerie als de geniezegt Trochu mogen op de dankbaarheid van het Vaderland aanspraak maken. De Parijsche industrie vervaardigde met een bewonderenswaardige werkzaamheid affuiten van allerlei soort. Zij maakte uit de goede en slechte grondstoffendie men ter beschikking hadduizenden projectielen. Wie omtrent de bewapening van Parijs, uit een meer technisch oogpunt, het een en ander wil weten, verwijzen wij naar het verslag van de'kapiteins der artillerie Reuther en Hojel, in het 4e dep] der //Verslagen, rapporten'", enz. Twee parken in de nabijheid der grenzen! Men merkt dergelijke fouten ook in Nederland en op -Tava op; aanwijzingen zijn niet n-oodig.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 239