16
troep; hij verliest den geest .tot zelfhandelen, en zeer dikwijls zich
zeiven verlaagd ziende, en niet meer begrijpende, waartoe zijne stre
pen dienen, kweekt hij, om er de waarde goed van te doen gevoelen
aan zijne makkers, de tuchteloosheid aan.
De afzonderlijke onderofficiersscholen zijn er verre van af deze leemte
aan te vullen. Deze scholen zijn bestemd voor een louter theore-
tischen cursus. Na één of twee maanden droge studie keert ieder
terug tot zijne burgerlijke bezigheden, het hoofd volgepropt met theo
rieën, zonder gelegenheid te hebben gehad zich deze theorieën door
voldoende toepassing op het terrein in het hoofd te griffen. Het op
deze scholen gevolgde stelselieder der onderofficieren beurtelings te
doen kommandeeren, is ontoereikende; ieder man gevoelt zeer wel,
dat hij daar slechts eene oefening volbrengt; hij bekommert er zich
dus veel meer om geen fout te begaan tegenover zijne makkers, die
er evenveel van weten als hij, dan den blik te oefenen in het na
gaan en herstellen van de begane fouten en de middelen op-te sporen
om de zaken, die hij leert, snel en goed in te prenten aan rekruten,
die er volstrekt niets van weten. Wij zijn van meening, dat het
gouvernement van het kanton Waadt de gelukkigste oplossing van
dit vraagstuk gevonden heeft, door de kaders der scholen eenigen tijd
vóór de aankomst der rekruten in de kazerne bijeen te roepen.
De officieren en onderofficieren, wetende, dat zij onmiddellijk tegen
over hunne ondergeschikten het bewijs van hunne kennis zullen moe
ten geven, zullen veel ernstiger er aan arbeiden zich de verschillende
vakken van het onderricht in het hoofd te griffen, en, in den dienst
doorkneed, zullen zij dadelijk een gezag over den troep verkrijgen, dat zij
missen, als zij te gelijk met de rekruten aankomen, bijna even verlegen
met hun figuur als deze, vooral als zij, wat maar al te dikwijls gebeurt,
hunne indiensttreding gezamenlijk gevierd hebben onder een flesch.
Wij hebben eene der bedenkelijkste klippen voor de tucht onzer
troepen aangeroerd, de gewoonte van het drinken, een der grootste
gebreken van het Zwitsersche volk en van het Zwitsersche leger.
Wij gelooven, dat de hervorming moet beginnen van boven dat het
ten eenemale nutteloos is maatregelen tegen dronkenschap te nemen,
zoo de officier zelf het voorbeeld van onmatigheid geeft. Zoo de
officieren altijd ingetogen zijn, zullen de onderofficieren zich wel
wachten zich voor hen te vertoonen, als zij gedronken hebben, en dat
Vroeger zei'men in Holland van een lap: «Hij zuipt als een oude Zwitser."
Het beperkende woordje «oude" kan voortaan wel weggelaten worden. "Want de jongere
Zwitsers doen, helaas! reeds goed mee. Z.