234
naar het geen die twee regimenten alleen hebben verricht, door der
tig of veertig van zulke korpsen zi]ü gedaan? Wellicht was door
die korpsen, zelfs bij ontstentenis van het zoo vurig gewenschte hulp
leger, het groote militair vraagstuk der belegerden opgelost geworden
6». De genie, de veld- en vesting-artillerie, gedurende het beleg
georganiseerdgoed aangevoerd en trotsch op de groote traditiën van
beide wapens. Zij hebben zich op eene schitterende wijze van hun
plicht gekweten.
7o. De Parijsche vrijwilligers der artillerie - officieren en min
deren zeer groot in aantal, die evenzeer uitstekende diensten heb
ben bewezen.
8°. 3000 zoogenaamde gardes républicains en gendarmesvoor het
grootste gedeelte huisvaders, die steeds aan den arbeid en voor alle
opofferingen gereed waren.
9o. 6000 veld-wachterstolbeambten en boschwachtersdie allen
voor den vijand zijn geweest en zoowel buiten als binnen Parijs de
beste bewijzen van hun moed hebben gegeven.
10°. 100000 mobiles van de verschillende departementen. Zij waren
met den besten geest bezield, maar hadden voor hunne militaire vor-
tning gekazerneerd moeten worden. Dit was evenwel niet mogelijk, zoo
dat Trochu verplicht is geweest, hen bij de Parijsche burgerij te doen
inkwartieren, die hen gul en gastvrij ontving. Maar de resultaten van
eene militaire vorming, die op eene dergelijke wijze moest verkregen
worden, konden natuurlijk niet anders dan zeer onvolledig zijn. Ve
len der mobilesvol eenvoud en goeden wil, zijn door die inkwartie
ring de proselieten van eene onzedelijke propaganda geworden en
het feit, dat 8000 hunner op het einde van het beleg door syphili-
tische ziekten waren aangetast, toont voldoende aan, van welken in
vloed de Parijsche beschaving op hen is geweest.
11". 42 kompaguiën en eenige eskadrons francs-tireurs of vrijwil
ligers, waarvan sommigen wel, anderen niet hun plicht gedaan hebben,
maar die de gewoonte hadden aangenomen, om verre tochten te doen
en zich daarbij aan wanorde en soms ook aan plundering over te geven.
12". Eenige duizenden soldaten, die de rampen aan den Rijn en voor
namelijk bij Sedan hadden weten te ontkomen. Zij waren ongedis-
Zie hier eenige gegevens voor prostitutie-statistiekHet aantal syphilislijdcrs
bedroeg, in 1867, bij htt Pruisische leger 53, in 1868 bij het Fransche leger 32 en
in dat zelfde jaar bij het Italiaauscke leger 18 per millemaar bij het Nederlandsch-
Indis he leger op Java en Madura alleen in 1872 30 percent van de sterkte. Waar
blijft de philantropie van den Directeur van Justitie?