256 sanitaire et de la mortalité des armées de terre et de merParijs, 1846, is iu Frankrijk de sterfte op de 1000 mensclieti onder de niet-militaire bevolking (oud 20 30 jaren). 10,3 bij liet leger gemiddeld19 en in Engeland onder de landbouwbevolking7,7 infanterie20,4 Let, bij voorbeeld, eens op Jarnaïka en de kleiue Antillen, en ontken daarna nog met Amerinus en de Surinamers den invloed van het keerkringsklimaat! In Liberia, op Afrika's Westkust, bezwijken jaarlijks, van de dui zend Noord-Amerikanen, niet minder dan 200, dus 20 pCt. Dr. W. Bosch heeft vóór meer dan vijf en twintig jaren een boekje over dysenteria tropica geschreven waaraan bij een hoofdstuk toe voegde over de natuurlijke geschiktheid in vreemde klimaten te leven, en kwam daarin, op grond van ofBciëele gegevens, tot de gevolgtrekking, dat van een detachement van 125 soldaten gemiddeld na zes jaren in Indië niet één meer in het leven was. De sterfte bedroeg dus toen 16, 7 pCt. of 1 op de 6. In 1849 be droeg de sterfte onder de Javanen in de residentie Kadoe (Zie Blee- ker's opstel m de jongste Januari-aflevering van het Tijdschrift voor Nederlandsch-Indiè1 op de 58,5 of 1,7 pCt. De sterftekans onder de eersten was dus bijna tien malen zoo groot als onder de laatsten. "Waar omtrent de verhouding van natuurkunde en wijsbegeerte de meeniiigen van Dr. Huizinga en Dr. Spruyt uiteenloopen," zegt Dr. Feringa, «kies ik de partij des laatsten." Op mijne beurt zeg ik Waar omtrent de verhouding van klimaat en gezondheid de meeningen, van den doctor in de wiskunde Feringa en van een doctor in de geneeskunde uiteenloopen, kies ik de partij des laatsten. Wij hebben Dr. Greiner reeds gehoordgunnen wij ten slotte nog het woord aan Dr. Bertillon. Deze arts en statisticus heeft den Mei van het vorige jaar in de Société de Sociologie eene voordracht ge houden over mésologie of de kennis van den invloed der omgeving [milieux), dat is van eiken invloed, die niet tot de erfelijkheid behoort. Na herinnerd te hebben, dat reeds Montesquieu, Blainville, Aug. Dit is ook aan 't adres van Cornelis de Groot, die dezer dagen emigratie naar Indië aanbeval. H.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 263