teloos te zijn voor rechtspraak. Dit is nu beter; maar de Regeering
heeft er de eer niet van.
De invloed van een Gouvernement op de zedelijkheid is nul; het
kan en mag slechts openbare ergerlijkheden treffen.
Wat heeft men al niet gewurmd om in Indië het schuiven van
opium te beperken Alles vruchteloos. De natuur is sterker dan
de leer.
Er bestaan in Noord-Amerika en Engeland matigheidswetten. Toch
kan men in den Times tallooze klachten lezen over het groote aandeel,
dat de dranken hebben in de stijving van de schatkist. Men mo^e
de voorkeur geven aan accijns op den jenever bovendien op vleesch
en zeep, men heeft gelijk uit het oogpunt der fiscaliteit, maar men
wane niet, de zedelijkheid te bevorderen. Zedelijkheid onderstelt
vrije keuze tusschen goed en kwaad. De ondervinding in Rusland
(zie Wyrouboff, L"ivrognerie en Russie) heeft geleerd, dat men
evenmin eene natie drank kan doen inzwelgen boven hare behoefte.
De overmaat wordt niet gebruikt. Het Russische volk had tot zijne
verdediging, tot zijn behoud, de onwrikbare wetten -der rnenscheïijh
natuur.
Een staat is slechts eene maatschappij van onderlinge verzekering.
Een Gouvernement is evenmin zédemeester als godsdienstleeraar. Het
kan niet beletten, dat wij onzen buik en ons verhemelte streelen, en
evenmin, dat wij teugelloos'zijn in geslachtsdrift. Het kan, lioeZeer
velen dat ook zouden wenschen, de „vreeze Godsniet bevorderen,
en evenmin den eerdienst van den god Bacchus en van de godin
Venus tegengaan. Maar het vermag veel op stoffelijk en intellectueel
gebied. Daar is zijn taak.
Daarom ook is het o. i. zoo betreurenswaarddat niet de staat de
spoorwegen op Java zal aanleggen. Aandeelhouders van particuliere
maatschappijen zullen niet vermurwd worden door de groote sterfte
onder de soldaten in de vlakte.
Nu de betere voeding van den soldaat is verkregen en zoo heil
zaam werkt, is de verlenging van den levensduur der soldaten door
gezonder gelegen en beter ingericht logies aan de orde. Een edel,
menschlieveud doel, dat nu nagejaagd moet worden!
1873.
H.
264